Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
roekeloosin een uitsluiting aldus te zeer worden opgerekt, maar bovendien is uit de context van de uitlating van [geïntimeerde] evident dat [geïntimeerde] verklaart over een na de brand bij hem als mogelijke oorzaak opgekomen mankement. Roekeloosheid veronderstelt een zeker bewustzijn van het gevaar; voor bewust doen of nalaten is minst genomen vereist dat [geïntimeerde] zich voor de brand het (mogelijke) probleem met de bedrading had gerealiseerd. Daaromtrent stelt London niets (en [geïntimeerde] betwist het). Tenslotte is ook het beroep op gebrek aan de normale voorzichtigheid in de context van dit geding in appel, te vaag. Voor het geval London meent dat de normale voorzichtigheid zonder meer meebrengt dat [geïntimeerde] alle bedrading moest inspecteren of zelfs vervangen acht het hof dat niet juist.