In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de naheffingsaanslagen parkeerbelasting die aan belanghebbende zijn opgelegd door de gemeente Amsterdam. De naheffingsaanslagen betroffen het niet voldoen van parkeerbelasting op drie verschillende data in maart en mei 2012. De heffingsambtenaar heeft aangetoond dat de auto van belanghebbende op de genoemde data en tijdstippen op de [A-straat] geparkeerd stond, hetgeen door het Hof werd bevestigd. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslagen, maar de rechtbank had deze bezwaren ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft belanghebbende opnieuw betoogd dat de naheffingsaanslagen onterecht waren opgelegd, onder andere door te stellen dat zijn auto op een privéterrein geparkeerd stond en niet op de openbare weg. Het Hof heeft echter geoordeeld dat de heffingsambtenaar in zijn bewijslast is geslaagd en dat de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd. Het Hof heeft ook het beroep van belanghebbende op het gelijkheidsbeginsel afgewezen, omdat de omstandigheden van zijn geval niet gelijk waren aan die van andere gevallen die hij aanhaalde. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en de hoger beroepen van belanghebbende werden ongegrond verklaard.