ECLI:NL:GHAMS:2014:772
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Wijziging van partner- en kinderalimentatie na echtscheiding met internationale aspecten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de wijziging van partner- en kinderalimentatie na een echtscheiding. De man, appellant, is in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin zijn verzoek om de alimentatiebijdragen op nihil te stellen, werd afgewezen. De man en vrouw zijn in 2003 gehuwd en hun huwelijk is in 2009 ontbonden. Bij de echtscheiding is afgesproken dat de man €150,- per maand zou betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding van hun zoon, en €200,- per maand als uitkering tot levensonderhoud voor de vrouw. De man stelt dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden die maakt dat de alimentatie niet meer aan de wettelijke maatstaven voldoet. Hij woont momenteel in Spanje en heeft geen inkomen, terwijl de vrouw en hun kind in Nederland verblijven.
Het hof overweegt dat de man onvoldoende heeft aangetoond dat de alimentatieafspraken met grove miskenning van de wettelijke maatstaven tot stand zijn gekomen. De man heeft geen recente financiële gegevens overgelegd en zijn stellingen over zijn huidige financiële situatie zijn niet voldoende onderbouwd. De vrouw betwist de claims van de man en stelt dat hij wel degelijk inkomsten heeft uit andere bronnen. Het hof concludeert dat de man niet heeft aangetoond dat er sprake is van een ingrijpende wijziging van omstandigheden die de alimentatieovereenkomst onhoudbaar maakt. Daarom wordt de beschikking van de rechtbank bekrachtigd en het verzoek van de man afgewezen.