Uitspraak
mr. P.L.J. Bosch, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. D. Kuijken, kantoorhoudende te Groningen.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, hebben de verzoeksters, FNV Bondgenoten en CNV Vakmensen, een verzoek ingediend tegen de besloten vennootschap Prins Dokkum B.V. Het verloop van het geding is terug te voeren naar eerdere beschikkingen van de Ondernemingskamer van 8 en 15 oktober 2013, waarin een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Prins Dokkum werd bevolen. Mr. G.W. Breuker werd aangewezen als onderzoeker. Op 26 februari 2014 verzocht de onderzoeker om een verhoging van de kosten van het onderzoek, wat leidde tot correspondentie tussen de partijen en de Ondernemingskamer.
Op 3 maart 2014 werd door mr. Kuijken, de advocaat van Prins Dokkum, meegedeeld dat partijen een minnelijke regeling hadden getroffen. Dit hield in dat de procedure zou worden doorgehaald, waarbij ieder zijn eigen kosten zou dragen en Prins Dokkum de kosten van het onderzoek zou betalen. De Ondernemingskamer heeft vervolgens op 12 maart 2014 de advocaten van partijen gevraagd om hun mening over de beëindiging van het onderzoek en de kosten daarvan.
Uiteindelijk heeft de Ondernemingskamer op 14 maart 2014 besloten het bevolen onderzoek te beëindigen, nu alle partijen hadden verzocht om beëindiging en er geen bezwaren waren. De kosten van het onderzoek werden vastgesteld op € 23.338,62, exclusief BTW, en de beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Deze beslissing werd genomen door een collegiaal orgaan bestaande uit de voorzitter en vier raadsheren, en werd openbaar uitgesproken.