ECLI:NL:GHAMS:2014:692
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de verklaring van waardeloosheid door de notaris in het kader van hypotheekrechten
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 16 mei 2013. De appellanten, NV Finance de Belgique en [klager 2], hebben een klacht ingediend tegen de notaris, die hen een verklaring van waardeloosheid heeft verstrekt met betrekking tot hypotheekrechten. De klagers stelden dat de notaris deze verklaring zonder overleg met hen heeft opgemaakt, wat volgens hen een schending van de geheimhoudingsplicht inhield. De notaris heeft echter betoogd dat hij op basis van de opzegging van de hypotheekrechten door de klagers bevoegd was om de verklaring van waardeloosheid op te maken en in te schrijven in het openbare register.
Het hof heeft vastgesteld dat de klagers op 4 november 2011 de hypotheekrechten hebben opgezegd en dat de notaris op 23 november 2011 de verklaring van waardeloosheid heeft opgemaakt. De klagers hebben geen bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van de feiten door de kamer, waardoor het hof deze feiten als uitgangspunt heeft genomen. Het hof oordeelde dat de notaris niet in overleg hoefde te treden met de klagers, aangezien de opzegging van de hypotheekrechten door hen op een correcte wijze was gedaan. De notaris had geen reden om aan de opzegging te twijfelen, vooral niet omdat deze was gedaan via een deurwaardersexploot.
Het hof concludeerde dat de klacht van de klagers ongegrond was en bekrachtigde de beslissing van de kamer. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van de notaris en de rechten van de klagers in het kader van hypotheekrechten en de inschrijving van verklaringen van waardeloosheid.