Uitspraak
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, waarbij de verdachte was vrijgesproken van enkele ten laste gelegde feiten. De verdachte, geboren in Polen en thans gedetineerd, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 16 april 2013. Het hof heeft de ontvankelijkheid van het hoger beroep beoordeeld en geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep voor zover dit gericht is tegen de vrijspraak van de rechtbank. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank voor het overige bevestigd, maar de opgelegde gevangenisstraf van vijf jaar vernietigd en deze verhoogd naar zes jaar. De zaak betreft een gewelddadige overval op een woning, waarbij de slachtoffers ernstig zijn bedreigd en mishandeld. De verdachte en zijn mededaders hebben de slachtoffers vastgebonden en hen onder druk gezet om geld af te geven. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en het feit dat de verdachte deel uitmaakte van de kennissenkring van de slachtoffers, wat de schending van hun veiligheid nog ernstiger maakt. De verdachte heeft geen eerdere veroordelingen in Nederland en het hof achtte een gevangenisstraf van zes jaar passend en geboden, gezien de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers.