ECLI:NL:GHAMS:2014:6148
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.N. van de Beek
- M. Wigleven
- M. Meerman-Padt
- Rechtspraak.nl
Vernietiging erkenning en vervangende toestemming tot erkenning van een minderjarige
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, zijn twee hoger beroepen aan de orde. De vrouw en [Y] hebben in hoger beroep de vernietiging van de erkenning van hun minderjarige kind door [Y] aangevochten, terwijl [X] vervangende toestemming tot erkenning van het kind heeft verzocht. De vrouw en [Y] zijn van mening dat de erkenning door [Y] niet vernietigd had mogen worden en dat de verzoeken van [X] afgewezen moeten worden. De vrouw heeft alleen het gezag over de minderjarige, die geboren is uit een eerdere relatie met [X]. De rechtbank Noord-Holland had eerder de erkenning door [Y] vernietigd en [X] vervangende toestemming tot erkenning verleend, onder de voorwaarde dat de vernietiging van de erkenning door [Y] in kracht van gewijsde zou gaan. Het hof heeft vastgesteld dat [X] de biologische vader van de minderjarige is en dat de vrouw misbruik heeft gemaakt van haar bevoegdheid door toestemming te geven aan [Y] om het kind te erkennen, terwijl zij op de hoogte was van de wensen van [X]. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd en [X] vervangende toestemming tot erkenning verleend, waarbij het belang van het kind voorop stond. De bijzondere curator en de Raad voor de Kinderbescherming hebben bevestigd dat er geen contra-indicaties zijn voor de erkenning door [X]. De vrouw's verzoek om een onderzoek door de Raad werd afgewezen, omdat het hof voldoende informatie had om tot een beslissing te komen. De uitspraak werd gedaan op 5 augustus 2014.