ECLI:NL:GHAMS:2014:6111
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.F.G.H. Beckers
- M.M.A. Gerritzen - Gunst
- M. Perfors
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag en omgangsregeling in familiezaken
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om de beëindiging van het gezamenlijk gezag van ouders over hun kinderen en de omgangsregeling. De man en de vrouw, die in 2000 zijn gehuwd en in 2009 gescheiden, hebben samen twee kinderen. De rechtbank Noord-Holland had eerder het gezamenlijk gezag beëindigd en de vrouw het eenhoofdig gezag toegewezen, terwijl de man het recht op omgang met de kinderen was ontzegd. De man ging in hoger beroep tegen deze beslissing.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat de communicatie tussen de ouders problematisch is, wat leidt tot een onveilige situatie voor de kinderen. De Raad voor de Kinderbescherming heeft aangegeven dat de kinderen klem en verloren zijn geraakt tussen de ouders. De man betwistte de beëindiging van het gezamenlijk gezag, maar het hof oordeelde dat de situatie van de kinderen ernstig is en dat er geen verbetering te verwachten is. Het hof bekrachtigde de beslissing van de rechtbank om het gezag aan de vrouw toe te wijzen.
Wat betreft de omgang, oordeelde het hof dat hoewel de kinderen recht hebben op omgang met de man, dit momenteel niet in hun belang is. De omgang werd geschorst totdat de gezinsmanager kan vaststellen dat contact weer mogelijk is zonder belasting voor de kinderen. Het hof benadrukte het belang van hulpverlening om de relatie tussen de man en de kinderen te normaliseren. De beslissing van de rechtbank werd gedeeltelijk vernietigd, maar het hof gaf aan dat de omgang kan plaatsvinden zodra de omstandigheden dit toelaten.