ECLI:NL:GHAMS:2014:611

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 maart 2014
Publicatiedatum
6 maart 2014
Zaaknummer
200.125.646/01 NOT
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tuchtrechtelijke maatregel tegen notaris wegens onvoldoende studiepunten

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Arnhem. De notaris, appellant in deze zaak, had in de tijdvakken 2006-2007, 2008-2009 en 2010-2011 niet het vereiste aantal van 40 studiepunten behaald, zoals voorgeschreven door de Verordening bevordering vakbekwaamheid en het Reglement bevordering vakbekwaamheid. De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) had een klacht ingediend, die door de kamer gegrond werd verklaard, resulterend in een maatregel van berisping voor de notaris.

De notaris heeft in hoger beroep erkend dat hij niet aan de opleidingsvereisten voldeed, maar voerde aan dat zijn gezondheidssituatie en ziektegevallen op zijn kantoor hem belemmerden. Het hof oordeelde echter dat de notaris onvoldoende prioriteit had gegeven aan het behalen van de vereiste studiepunten en dat zijn argumenten niet voldoende waren om de tekortkomingen te rechtvaardigen. Het hof concludeerde dat de klacht gegrond was en dat een maatregel noodzakelijk was.

Bij de beoordeling hield het hof rekening met de lange periode waarin de notaris niet voldeed aan de opleidingseisen, maar ook met zijn persoonlijke omstandigheden en het feit dat hij in het tijdvak 2012-2013 wel 56 studiepunten had behaald. Uiteindelijk legde het hof de maatregel van een waarschuwing op, waarbij de eerdere beslissing voor zover het de maatregel betrof, werd vernietigd, maar de overige onderdelen van de beslissing werden bekrachtigd.

Uitspraak

beslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.125.646/01
nummer eerste aanleg : 07.831/2012/22A
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 11 maart 2014
inzake
[notaris]
notaris te [vestigingsplaats],
appellant,
gemachtigde: mr. G.L. Maaldrink, advocaat te Den Haag,
tegen:
Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB),
gevestigd te Den Haag,
geïntimeerde,
gemachtigde: mr. W.J. Geselschap.

1.Het geding in hoger beroep

1.1.
Van de zijde van appellant (hierna: de notaris), is bij een op 16 april 2013 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift – met bijlage – tijdig hoger beroep ingesteld tegen de (aan deze beslissing gehechte) beslissing van de kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Arnhem (hierna: de kamer), van 22 maart 2013, waarbij de klacht van geïntimeerde (hierna: de KNB) tegen de notaris gegrond is verklaard en aan hem de maatregel van berisping is opgelegd.
1.2.
De gronden van het beroep zijn aangevuld bij brief van 11 juli 2013.
1.3.
De KNB heeft een verweerschrift, gedateerd 17 juli 2013, ingediend.
1.4.
De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 6 februari 2014. De notaris en de KNB zijn verschenen en hebben het woord gevoerd, de KNB aan de hand van een pleitnotitie.

2.De stukken van het geding

Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie en de hiervoor vermelde stukken.
3. De feiten
3.1.
Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Partijen hebben tegen de vaststelling van de feiten door de kamer geen bezwaar gemaakt, zodat ook het hof van die feiten uitgaat.
3.2.
Kort gezegd gaat het in deze zaak om het volgende. De notaris heeft in de tijdvakken 2006-2007, 2008-2009 en 2010-2011 niet telkens het aantal van 40 studiepunten behaald, zoals vereist ingevolge artikel 1 en artikel 2 lid 1 van de Verordening bevordering vakbekwaamheid (hierna: de Verordening) en artikel 5 lid 1 van het Reglement bevordering vakbekwaamheid (hierna: het Reglement).

4.Het standpunt van de KNB

De KNB verwijt de notaris dat hij niet het vereiste aantal studiepunten heeft behaald.

5.Het standpunt van de notaris

De notaris heeft erkend dat hij niet het vereiste aantal studiepunten heeft behaald, maar gewezen op volgens hem disculperende omstandigheden, te weten, kort gezegd, zijn gezondheidssituatie en ziektegevallen op zijn (nieuwe) kantoor. Daarnaast heeft de notaris de vraag aan de orde gesteld of hij verplicht is het tekort aan studiepunten in te halen.

6.De beoordeling

6.1.
Vast staat dat de notaris gedurende elk van de onder 3.2 genoemde tijdvakken niet heeft voldaan aan de verplichting 40 studiepunten te behalen. Hetgeen is aangevoerd of gebleken, is niet voldoende om de conclusie te rechtvaardigen dat de notaris redelijkerwijs niet in staat is geweest aan de verplichting te voldoen. De notaris heeft, blijkens zijn verklaring ter zitting, voorrang gegeven aan de opbouw van zijn (nieuwe) kantoor. Gelet op het belang van permanente educatie had de notaris echter voldoende prioriteit behoren te geven aan het behalen van de vereiste studiepunten. Ingeval hij meende daartoe niet in staat te zijn, heeft het op zijn weg gelegen daarover tijdig in overleg te treden met de KNB. Het contact dat de notaris volgens zijn verklaring op enig moment met de secretaris van de kamer heeft gehad, volstaat in dit opzicht niet, mede omdat de kamer in dit opzicht niet de aangewezen instantie was. Ook voor het overige zijn geen feiten of omstandigheden die de tekortkoming kunnen rechtvaardigen of verschoonbaar maken. De klacht is daarom gegrond.
6.2.
Het hof acht in de gegeven omstandigheden het opleggen van een maatregel geboden. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat de notaris gedurende lange tijd, namelijk de drie onder 3.2 genoemde tijdvakken, niet heeft voldaan aan de opleidingseis en niet adequaat heeft gereageerd op aanmaningen van de KNB. Anderzijds houdt het hof rekening met de persoonlijke omstandigheden van de notaris, het feit dat hij gedurende de genoemde tijdvakken wel een substantieel aantal studiepunten heeft behaald en het feit dat hij in het tijdvak 2012-2013 56 studiepunten heeft behaald. Het hof zal daarom de maatregel van een waarschuwing opleggen.
6.3.
Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft de KNB haar verzoek om duidelijkheid te geven over het bestaan van een verplichting tot het inhalen van het tekort aan studiepunten ingetrokken. Daaruit volgt dat het verzoek, daargelaten of het hof daarover zou kunnen oordelen, geen bespreking behoeft.
6.4.
Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht, kan onbesproken blijven omdat het niet kan leiden tot een andere beslissing.

7.De beslissing

Het hof:
vernietigt de bestreden beslissing voor zover het de opgelegde maatregel betreft,
legt, opnieuw rechtdoende, de notaris de maatregel van een waarschuwing op,
bekrachtigt de bestreden beslissing voor het overige.
Deze beslissing is gegeven door mrs. W.J.J. Los, J. Blokland en P. Blokland en in het openbaar uitgesproken op dinsdag 11 maart 2014 door de rolraadsheer.