Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
de manis het volgende gebleken.
de vrouwis het volgende gebleken.
3.Het geschil in hoger beroep
4.Beoordeling van het hoger beroep
€ 184.000,- heeft opgenomen, maar de man heeft – met verwijzing naar een door hem overgelegde toelichting van zijn accountant van juli 2013 – voldoende aannemelijk gemaakt dat een bedrag van € 126.081,- geen daadwerkelijke opname betreft maar een administratieve boeking om een in 2006 gevormde herinvesteringsreserve juist te kunnen verwerken na aankoop van [bedrijf] in 2011 en de overgang van de eenmanszaak in de vof. Het hof ziet derhalve geen aanleiding om de jaarstukken buiten beschouwing te laten.
€ 119.240,- negatief (eind 2011) en € 141.218,- negatief (eind 2012). Uit de belastingaangiften van de man over 2010 en 2011 blijkt per 31 december van een totaal aan bezittingen van beide partijen gezamenlijk van respectievelijk € 192.181- (2010) en
€ 205.102,- (2011) maar daarvan maakt deel uit de woning van de vrouw in [plaatsnaam]
(€ 162.000,-). Bovendien staan daartegenover een totaal aan schulden van respectievelijk € 175.953,- (2010) en € 175.939,- (2011).