Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
3.Het geschil in hoger beroep
- het eerste en derde weekend van vrijdagmiddag uit school tot zondagavond 19.00 uur;
- in een van de tussenliggende weekenden: op de zaterdag of de zondag, waarbij de vrouw de kinderen zal brengen naar de man en de man de kinderen naar de vrouw zal brengen;
- tijdens vakanties korter dan tien dagen zullen de kinderen bij de man zijn; vakanties langer dan tien dagen en feestdagen zullen bij helfte worden gedeeld, in onderling overleg te bepalen.
- te vernietigen het deel van de beslissing ter zake de vervangende toestemming tot inschrijving van de kinderen op een school naar keuze van de vrouw;
- te bepalen dat de kinderen drie weekenden per vier weken bij de man zullen verblijven van vrijdagmiddag uit school tot zondagavond na het eten, waarbij de vrouw de kinderen naar de man brengt en de man de kinderen zondagavond naar de vrouw brengt;
- te bepalen dat de kinderen per vier weken het eerste en derde weekend bij de man zullen verblijven, waarbij de vrouw de kinderen op vrijdagmiddag uit school haalt en naar de man brengt en de man de kinderen zondagavond om 19.00 uur weer bij de vrouw brengt, en in een tussenliggend weekend op een door de man te bepalen zondag, waarbij de vrouw de kinderen om 9.30 uur bij de man brengt en de man de kinderen om 19.00 uur weer bij de vrouw brengt;
- te bepalen dat de kinderen alle vakanties korter dan tien dagen bij de man zullen verblijven, en dat de langere vakanties bij helfte in overleg worden gedeeld;
- te bepalen dat de feestdagen in overleg bij helfte worden gedeeld, met dien verstande dat de kinderen op vaderdag vanaf de avond daarvoor bij de man zullen verblijven in het geval de kinderen dat weekend niet bij de man verblijven.
4.Beoordeling van het hoger beroep inzake 200.128.053/01 en 200.131.149/01
Op grond van het hiervoor overwogene is het hof van oordeel dat het belang van de vrouw en de kinderen om naar [a] te verhuizen zwaarder weegt dan het belang van de man en de kinderen bij een uitgebreidere zorgregeling, het belang van de man de kinderen in zijn directe omgeving te zien opgroeien en het belang van de kinderen om in hun oude omgeving te blijven wonen. Het hof is dan ook van oordeel dat de rechtbank de vrouw op goede gronden (vervangende) toestemming heeft verleend om met de kinderen naar [a] te verhuizen. Hetgeen de man voor het overige nog heeft aangevoerd, brengt in dit oordeel geen verandering.
5.Beoordeling van het schorsingsverzoek zaaknummer 200.131.149/02
6.Beslissing
- de kinderen verblijven per vier weken het eerste en derde weekend bij de man, waarbij de vrouw de kinderen vrijdagmiddag uit school haalt en naar de man brengt, en de man de kinderen zondagavond om 19.00 weer bij de vrouw brengt, en in een tussenliggend weekend op een door de man te bepalen zondag, waarbij de vrouw de kinderen om 9.30 uur bij de man brengt en de man de kinderen om 19.00 uur weer bij de vrouw brengt;
- de kinderen verblijven alle vakanties korter dan tien dagen bij de man; de langere vakanties worden door partijen in onderling overleg bij helfte gedeeld;
- de feestdagen worden in onderling overleg bij helfte gedeeld, met dien verstande dat de kinderen op vaderdag vanaf de avond daarvoor bij de man zullen verblijven in het geval de kinderen dat weekend niet bij de man verblijven;