ECLI:NL:GHAMS:2014:6079
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Wijziging van de omgangsregeling in het kader van ondertoezichtstelling van kinderen
In deze zaak gaat het om de wijziging van de omgangsregeling tussen de ouders van twee minderjarige kinderen, in het kader van een ondertoezichtstelling door Bureau Jeugdzorg Noord-Holland (BJZ). De vrouw, appellante, is in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin een nieuwe omgangsregeling is vastgesteld. De vrouw en de man, met wie zij eerder gehuwd was, hebben gezamenlijk het ouderlijk gezag over hun kinderen, die bij de vrouw wonen. De oorspronkelijke omgangsregeling, vastgesteld bij de echtscheiding in 2009, is door BJZ gewijzigd, omdat de wisselmomenten voor onrust zorgden bij de kinderen. De vrouw verzet zich tegen deze wijziging en stelt dat er geen basis is voor co-ouderschap en dat de nieuwe regeling haar stress bezorgt. BJZ en de man steunen de nieuwe regeling, die volgens hen beter aansluit bij de wensen van de kinderen en hen minder blootstelt aan de conflicten tussen de ouders. Het hof overweegt dat het doel van de ondertoezichtstelling is om de ontwikkeling van de kinderen te beschermen en dat de nieuwe regeling hen meer rust biedt. Het hof concludeert dat de wijziging van de omgangsregeling noodzakelijk is en bekrachtigt de bestreden beschikking.