ECLI:NL:GHAMS:2014:6072
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A. van Haeringen
- R.G. Kemmers
- P.J.W.M. Sliepenbeek
- Rechtspraak.nl
Verdeling van leningen tussen echtgenoten buiten gemeenschap van goederen
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 8 april 2014, gaat het om de verdeling van twee leningen die door partijen, man en vrouw, zijn afgesloten tijdens hun huwelijk. Partijen zijn buiten gemeenschap van goederen gehuwd en hebben een lening van € 12.000,- afgesloten bij de gemeente ten behoeve van de onderneming van de man. De vrouw heeft in incidenteel hoger beroep verzocht om de man niet ontvankelijk te verklaren in zijn verzoeken en om te bepalen dat de man de lening aan de gemeente moet voldoen en haar moet vrijwaren. De rechtbank had eerder bepaald dat de schuld uit de lening van de gemeente uit 2006 door beide partijen voor de helft gedragen moest worden, terwijl de schuld uit de lening van 2005 volledig door de man gedragen moest worden.
Het hof oordeelt dat de lening uit 2005 uitsluitend ten behoeve van de onderneming van de man is aangegaan en dat de vrouw niet gerechtigd was tot de waarde van de onderneming. De vrouw heeft weliswaar de lening mede ondertekend, maar dit verandert niets aan de draagplicht. Het hof stelt vast dat de man de lening in zijn geheel moet terugbetalen, omdat de vrouw niet heeft geprofiteerd van de onderneming. De rechtbank heeft de bestreden beschikking terecht bekrachtigd, waarbij het hof de verzoeken van de vrouw in incidenteel hoger beroep afwijst. De beslissing van het hof is in lijn met de maatstaven van redelijkheid en billijkheid, die bepalen dat de man de lening alleen dient te dragen, gezien de omstandigheden van de zaak.