ECLI:NL:GHAMS:2014:6042
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.F.G.H. Beckers
- C.G. Kleene-Eijk
- R.G. Kemmers
- Rechtspraak.nl
Gezamenlijk gezag, zorgregeling en kinderbijdrage in een internationale context
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 2 september 2014, gaat het om een geschil tussen een vrouw en een man over gezamenlijk gezag, zorgregeling en kinderbijdrage voor hun minderjarige kind. De vrouw woont in Australië, terwijl de man in Nederland verblijft. De vrouw is in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin onder andere werd bepaald dat de vrouw € 395,- per maand moet betalen als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun kind. De man heeft incidenteel hoger beroep ingesteld en verzoekt onder andere om het gezamenlijk gezag te beëindigen en hem alleen met het gezag te belasten.
De vrouw heeft in haar hoger beroep verzocht om de zorgregeling te wijzigen, zodat hun kind in de zomervakantie en kerstvakantie bij haar in Australië kan verblijven. De man verzet zich hiertegen en stelt dat de communicatie tussen hen verstoord is en dat de vrouw onvoldoende betrokken is bij de opvoeding van hun kind. Het hof heeft vastgesteld dat er geen onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren raakt tussen de ouders en dat de vrouw, ondanks de afstand, nog steeds in staat is om haar ouderlijke verantwoordelijkheden te vervullen.
Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd, met uitzondering van de afwijzing van het verzoek om een tweede wekelijks skype-contact, dat nu is vastgesteld op woensdag om 19.30 uur. De vrouw is verplicht om de man tijdig te informeren over de vakanties van hun kind, anders kan de man besluiten om het kind niet naar de vrouw te laten gaan. De bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding is vastgesteld op € 395,- per maand, zoals eerder bepaald. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.