ECLI:NL:GHAMS:2014:6040
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- G.J. Driessen-Poortvliet
- W.J. van den Bergh
- A.R. Sturhoofd
- Rechtspraak.nl
Verplichtingen van (ex) echtgenoten tot inzage in relevante stukken en de gevolgen van niet-naleving
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam werd behandeld, ging het om een hoger beroep van een man tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam inzake de verdeling van de huwelijkse voorwaarden na de echtscheiding. De man en vrouw, die in 2006 huwelijkse voorwaarden hadden opgesteld, waren op 4 april 2014 gescheiden. De man was in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank waarin de verdeling van hun beperkte huwelijksgoederengemeenschap was vastgesteld. De man verzocht om een herziening van de peildatum voor de verdeling en om de toedeling van een appartement in Italië, terwijl de vrouw in incidenteel appel verzocht om de verdeling opnieuw vast te stellen.
Het hof oordeelde dat partijen als (ex) echtgenoten op grond van redelijkheid en billijkheid verplicht zijn elkaar inzage te geven in voor de procedure relevante stukken. Het hof stelde vast dat de man onvoldoende had onderbouwd dat hij onder druk was gezet door de rechter om akkoord te gaan met de waarde van het appartement. De vrouw had niet aangetoond dat zij de door de man gestelde bedragen aan haar vermogen had onttrokken. Het hof oordeelde dat de vrouw aan de man een bedrag van € 36.437,50 moest betalen, in plaats van het eerder vastgestelde bedrag van € 33.493,30. De beslissing van de rechtbank werd gedeeltelijk vernietigd en de nieuwe beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.