Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
- In hoeverre dreigt [kind] bij handhaving van het gezamenlijk gezag van de ouders klem of verloren te raken? Is handhaving van het gezamenlijk gezag anderszins in strijd met het belang van [kind]?
- Welke mogelijkheden zijn er voor een regeling inzake de toedeling van de zorg- en opvoedingstaken aan de vader?
- Zijn er factoren die een regeling belemmeren? Zo ja, welke komen vanuit [kind] en welke vanuit de ouders? Hoe en op welke termijn zijn deze factoren op te heffen?
- Hoe dient de regeling er qua vorm en frequentie, in het belang van [kind], uit te zien?
- Het hof heeft de Raad daarnaast verzocht in zijn onderzoek de woonsituatie van de vader en de duur en frequentie van een eventueel verblijf van de vader in het buitenland te betrekken.
voorlopigezorgregeling bepaald, inhoudende dat [kind] eenmaal in de twee weken op zaterdag van 10.00 uur tot 18.00 uur bij de vader zal verblijven. Iedere verdere beslissing is aangehouden.