ECLI:NL:GHAMS:2014:6027
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek om eenhoofdig gezag over de kinderen en omgangsregeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 2 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verzoeken van de vrouw met betrekking tot het gezag en de omgangsregeling van de kinderen. De vrouw, die op 10 juni 2014 in hoger beroep is gekomen van een beschikking van de rechtbank Amsterdam, verzocht om haar te belasten met het eenhoofdig gezag over de kinderen, omdat zij meende dat wijziging van het gezag in het belang van de kinderen noodzakelijk was. De rechtbank had eerder haar verzoek om eenhoofdig gezag afgewezen, evenals haar verzoek om een dwangsom te bepalen voor het niet nakomen van de omgangsregeling door de man. Tijdens de zitting in hoger beroep is gebleken dat de communicatie tussen de ouders ernstig verstoord is en dat de man voorwaarden stelt aan zijn medewerking aan de uitoefening van het gezag. Het hof oordeelde dat de vrouw als verzorgende ouder door de man te zeer wordt belemmerd in het nemen van beslissingen over de kinderen, wat ook negatieve gevolgen heeft voor de kinderen zelf. Het hof heeft daarom de bestreden beschikking vernietigd en het verzoek van de vrouw om haar te belasten met het eenhoofdig gezag over de kinderen toegewezen.
Daarnaast heeft het hof een omgangsregeling vastgesteld waarbij de kinderen bij de man verblijven op elke vrijdag na school tot na het avondeten, en om de week op zondag van 12:00 uur tot 18:00 uur. De verdeling van vakanties en feestdagen dient in onderling overleg door partijen te worden vastgesteld. Het verzoek van de vrouw om een dwangsom op te leggen voor het niet nakomen van de omgangsregeling is afgewezen, omdat partijen overeenstemming hebben bereikt over de omgangsregeling en zich bereid hebben verklaard deze na te leven. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hof heeft het in hoger beroep meer of anders verzochte afgewezen.