ECLI:NL:GHAMS:2014:6023
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontslag curator en omzetting curatele in bewind en mentorschap
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, waarbij appellant als curator van betrokkene is ontslagen en de curatele is omgezet in een beschermingsbewind en mentorschap. Appellant, die de broer van betrokkene is, heeft op 12 februari 2014 hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van 12 november 2013. De Stichting, die verantwoordelijk is voor de zorg van betrokkene, heeft op 24 april 2014 een verweerschrift ingediend. De zaak is op 28 augustus 2014 ter zitting behandeld, waarbij zowel appellant als vertegenwoordigers van de Stichting aanwezig waren.
De feiten van de zaak zijn als volgt: betrokkene is geboren in 1964 en heeft een geestelijke stoornis, waardoor hij onder curatele is gesteld. De kantonrechter heeft op verzoek van de Stichting appellant ontslagen als curator, omdat er gewichtige redenen voor dit ontslag zouden zijn. Appellant betwist dit en stelt dat hij in het belang van betrokkene handelt, terwijl de Stichting niet goed functioneert. De Stichting stelt echter dat appellant niet meewerkt aan de zorg en dat zijn communicatie problematisch is.
Het hof heeft geoordeeld dat de kantonrechter terecht heeft geconcludeerd dat er gewichtige redenen zijn voor het ontslag van appellant als curator. Het hof heeft vastgesteld dat er een gebrek aan vertrouwen is tussen appellant en de Stichting, wat de zorg voor betrokkene in gevaar kan brengen. Daarnaast heeft het hof geoordeeld dat de omzetting van de curatele in bewind en mentorschap gerechtvaardigd is, gezien de omstandigheden van betrokkene. De benoeming van de Stichting als bewindvoerder en de heer [z] als mentor is ook bekrachtigd, omdat er geen gegronde redenen zijn om deze benoemingen te betwisten. De beslissing van de kantonrechter is dan ook bevestigd, en de proceskosten zijn gecompenseerd.