ECLI:NL:GHAMS:2014:6018
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.R. Sturhoofd
- A.N. van de Beek
- J.A. van Keulen
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor verhuizing met kinderen na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vrouw tegen de beschikkingen van de rechtbank Noord-Holland, waarin haar verzoek om vervangende toestemming voor verhuizing met de kinderen naar [A] werd afgewezen. De vrouw en de man zijn in 2000 gehuwd en hebben samen twee kinderen. Hun huwelijk is in 2012 ontbonden. De kinderen verblijven bij de vrouw en er is een zorgregeling vastgesteld waarbij de kinderen om de veertien dagen bij de man verblijven. De vrouw verzoekt het hof om haar toestemming te verlenen om met de kinderen naar [A] te verhuizen, terwijl de man verzoekt om de eerdere beschikkingen te bekrachtigen.
Het hof heeft de zaak op 13 februari 2014 behandeld, waarbij zowel de vrouw als de man, bijgestaan door hun advocaten, aanwezig waren. Ook de bijzondere curator en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming waren aanwezig. De vrouw betoogde dat het belang van haar en de kinderen om naar [A] te verhuizen zwaarder weegt dan het belang van de man bij handhaving van de huidige situatie. De man betwistte dit en de Raad voor de Kinderbescherming adviseerde om de huidige situatie te handhaven.
Het hof overweegt dat, hoewel de vrouw en haar partner een stabiele relatie hebben en de verhuizing mogelijk voordelen biedt, de belangen van de kinderen en de man zwaarder wegen. De kinderen, met name [kind a], hebben behoefte aan stabiliteit en continuïteit in hun schoolsituatie en contact met de man. De huidige communicatie tussen de ouders is onvoldoende om een verhuizing te ondersteunen. Het hof concludeert dat het belang van de man en de kinderen bij handhaving van de bestaande situatie op dit moment zwaarder weegt dan het belang van de vrouw en de kinderen om naar [A] te verhuizen. Het hof bekrachtigt daarom de bestreden beschikkingen.