Uitspraak
mr. N.D. 't Zandte Amsterdam.
mr. G. Raapte Almere.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 november 2014 uitspraak gedaan in een hoger beroep kort geding tussen een vrouw en een man, die ex-echtgenoten zijn. De vrouw, verblijvende in Frankrijk, had in hoger beroep beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam, dat op 15 april 2014 was gewezen. Dit vonnis had betrekking op de zorgregeling voor hun twee kinderen, geboren in 2006 en 2009. De rechtbank had eerder aan de vrouw vervangende toestemming verleend om met de kinderen naar Frankrijk te verhuizen, maar deze beschikking was niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De man vorderde in kort geding dat de vrouw de beschikking van 19 maart 2014 zou nakomen en in Nederland zou blijven totdat er een definitieve uitspraak was gedaan.
Tijdens de zitting op 8 september 2014 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De vrouw heeft verzocht om de beschikking van 19 maart 2014 alsnog uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Het hof heeft in zijn beoordeling de feiten zoals vastgesteld door de voorzieningenrechter als uitgangspunt genomen. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw met de kinderen naar Frankrijk is vertrokken, ondanks de niet-uitvoerbaarheid van de beschikking.
Het hof heeft in zijn arrest de beschikking van 19 maart 2014 alsnog uitvoerbaar bij voorraad verklaard, totdat er in hoger beroep een definitieve beslissing is genomen over de hoofdverblijfplaats en de zorgregeling van de kinderen. Tevens heeft het hof de vrouw veroordeeld om mee te werken aan de zorgregeling die in een eerdere tussenbeschikking was vastgesteld, met een dwangsom van € 500,- per dag bij niet-nakoming. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de meervoudige kamer van het hof.