Uitspraak
ONDERNEMINGSRAAD VAN MEDISCH DIAGNOSTISCH CENTRUM AMSTELLAND B.V.,
mr. G.M. van der Lee, kantoorhoudende te Amsterdam,
mrs. T.G. Martensen
J.G.A. Struycken, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. P.A.M. Witteveen, en
mr. D.M.C. van Hoewijk, kantoorhoudende te Amsterdam.
1.Het verloop van het geding
2.De feiten
De oprichters[Ziekenhuis Amstelland en Stichting AVA]
verbinden zich om, na de overgang van de werknemers en ten behoeve van de nieuwe rechtspersoon, met de vakorganisaties een sociaal plan af te sluiten dat van een gelijkwaardig niveau is als het sociaal plan van Ziekenhuis Amstelland.”
business casevan dezelfde datum. De
business casevan RdGG is een van de onderliggende documenten waarop de (besluiten tot) overname is (zijn) gebaseerd.
business casestaat onder andere, zakelijk weergegeven, het volgende. MDCA werkt nauw samen met Ziekenhuis Amstelland. Naast aandeelhouder is dit ziekenhuis een belangrijke leverancier van MDCA op het gebied van huisvesting, ICT, inkoop, magazijn, P&O en salarisadministratie. Daarnaast is Ziekenhuis Amstelland verantwoordelijk voor een groot deel van de afname van de diagnostische diensten. Door veranderende marktomstandigheden komt de continuïteit van een kleine organisatie als MDCA op middellange termijn in het gedrang; door de samenwerking met een grote overnamepartner als RdGG kan de continuïteit van de activiteiten op dezelfde locatie en met behoud van kwaliteit worden gewaarborgd. Na overname worden enkele wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van de bestaande medische Service Level Agreements (hierna: SLA’s) tussen MDCA en Ziekenhuis Amstelland. De looptijd van de nieuw te sluiten SLA’s is 10 jaar gerekend vanaf de overdracht van de aandelen. De analysetarieven die MDCA ten opzichte van Ziekenhuis Amstelland in rekening brengt gaan met 15% omlaag in het eerste jaar en daarna met 5% in de twee jaren daarna. Datzelfde geldt voor het ordertarief. Een aantal diensten zoals HRM, ICT en administratieve zaken zullen naar verwachting na de overdracht van de aandelen worden overgenomen door RdGG. De bezettingsgraad van MDCA zal toenemen omdat de activiteiten van het medisch laboratorium van RdGG in Noord Nederland deels worden samengevoegd op de locatie van MDCA. Een toename in het volume van de activiteiten van MDCA (circa 110.000 orders per jaar meer, met een gemiddeld aantal testen van 7 per order) zal leiden tot een verhoogde efficiëntie waardoor de kostprijs zal dalen. Door samenwerking is het mogelijk een substantiële verlaging van materiele kosten te realiseren door onder andere harmonisering van het primaire proces en gezamenlijke inkoop. Na een beoogde fusie van RdGG met een andere marktpartij, zullen een besloten vennootschap en een commanditaire vennootschap worden opgericht, waarin onder andere MDCA zal worden ingebracht als lege vennootschap (schema op p. 16 van de
business case). Uitgangspunt is dat alle contracten van medewerkers van het MDCA worden gerespecteerd. Afhankelijk van toekomstige ontwikkelingen zullen contracten voor bepaalde tijd niet worden verlengd dan wel nieuwe medewerkers worden aangetrokken om de voorgenomen groei te kunnen faciliteren.
Samenvattend, de Ondernemingsraad van het MDCA spreekt haar voorkeur uit voor de bieding van Bencis. Het management en de medewerkers van MDCA zijn zelf verantwoordelijk voor de productiegroei en het tot stand brengen van kostenverlagingen. De ondernemingsraad heeft er vertrouwen in dat het MDCA en haar medewerkers deze uitdaging aan kan er in zal slagen een goed vervolg te realiseren.”
Wij verzoeken u met klem de vakbonden alsnog zo snel mogelijk uit te nodigen voor een overleg over het sociaal plan.”
Een belangrijk onderdeel van het voorgenomen besluit van de aandeelhouders van het MDCA om hun aandelen te verkopen aan RdGG (de adviesaanvraag hierover d.d. 2 mei 2014 is reeds in uw bezit) is het afsluiten van een nieuwe medische en facilitaire SLA tussen ziekenhuis Amstelland en MDCA.
“Bijgewerkt en up-to-date business case met actuele informatie (…).
Een aangepaste begroting voor 2014, en aangepaste verlies- en winstrekening over de periode 2012-2017 (…).
Sociaal plan voor de medewerkers van het MDCA (…).
Sociaal overdrachtsprotocol tussen MDCA en RDGG opgesteld en vastgesteld i.o.m. de vakbonden.
Sociaal plan van de partij bij RdGG (…) die het MDCA gaat overnemen.
Nieuw overzicht van de “beoogde juridische structuur na fusie (…)
Afschrift van de intentieovereenkomst die is afgesloten met RdGG.
(…) Een reactie van Bencis op schrift waarin is vermeld dat zij zich hebben teruggetrokken uit het proces is al eerder gevraagd en nog niet ontvangen.”
business case.Deze vragen betreffen onder meer de korting die met Ziekenhuis Amstelland verrekend gaat worden. De ondernemingsraad heeft in dat verband naar voren gebracht dat dit ten koste gaat van het bedrijfsresultaat en dat er nog onvoldoende garanties zijn dat er geen gedwongen ontslagen zullen vallen. In het antwoord op deze vragen staat onder andere dat RdGG verwacht dat de korting op het tarief kan worden gecompenseerd door de kostprijs op het niveau van inkoopkorting, harmonisatie en extra productie te kunnen verlagen. De te behalen synergievoordelen zullen leiden tot een structureel positief netto resultaat. De voorgenomen aandelenoverdracht heeft als zodanig geen gevolgen voor de arbeidsrechtelijke positie van de werknemers van MDCA. De antwoorden van MDCA houden voorts in:
Uiteraard bestaat de mogelijkheid dat in de toekomst mogelijk bepaalde (organisatorische) wijzigingen doorgevoerd zullen gaan worden als de (bedrijfs) omstandigheden daartoe alsdan aanleiding geven. Deze mogelijke wijzigingen staan los van de aandelenverkoop als zodanig.”
2.Verkoop van de aandelen
In eerste instantie leek het voordeel van de verkoop van de aandelen uitsluitend ten goede te komen aan ZHA maar inmiddels is ons duidelijk geworden dat de aandeelhouders voor resp. ZHA en Stg. AVA onderling afspraken hebben gemaakt over de verdeling van het verkoopbedrag van de aandelen. (…) Samenvattend: het niet kunnen geven van garanties in combinatie met de genoemde 25% tariefskorting voor het ZHA gedurende 10 jaar, waarmee de verkoop van het MDCA feitelijk ten laste komt van het MDCA zelf en niet ten laste van de koper (= RdGG) is voor de OR-MDCA een reden om op dit punt niet akkoord te gaan met het voorgenomen besluit.
3.Behoud van werkgelegenheid voor de medewerkers van het MDCA
4.Groei van de onderneming
7.Documentatie behorend bij de advies aanvraag over de overname
9.Hoe nu verder
Besluit aandeelhouders inzake de verkoop van de aandelen in MDCA”:
(…) Hierbij stuur ik u als bestuurder in het kader van de WOR, de reactie van de aandeelhouders op uw negatieve advies op het voorgenomen besluit van de aandeelhouders hun aandelen in MDCA aan RdGG te verkopen. Het blijkt dat de aandeelhouders (…) besloten hebben de verkoop aan RdGG door te zetten. Dit betekent dat het besluit voorlopig nog niet uitgevoerd kan worden en u als ondernemingsraad na dagtekening van deze brief 30 dagen de tijd hebt om in goed onderling overleg met de aandeelhouders te trachten tot een gezamenlijk standpunt te komen (…)”.
het feit dat de financiële resultaten van het MDCA over 2013 sterk afweken van de begroting en dat daarmee de bieding na het due diligence onderzoek waarschijnlijk aanzienlijk lager zou liggen en daarmee niet meer concurrerend zou kunnen zijn
het feit dat de aandeelhouders en het bestuur van MDCA de door Bencis gestelde voorwaarde dat Bencis de overname terug zou kunnen draaien indien niet binnen een zekere periode een tweede overname kon worden gerealiseerd niet wilden accepteren en dat dit voor Bencis alleen bespreekbaar was bij een substantiële reductie van de hoogte van de bieding
geduid als een besluit van de aandeelhouders tot overdracht van de aandelen – het definitieve besluit nemen als een besluit tot aanvulling van dat eerdere besluit.”
3.De gronden van de beslissing
kiezen de aandeelhouders ervoor de overname, ondanks uw negatieve advies, door te zetten.”),de bewoordingen in de begeleidende e-mail van de bestuurder van MDCA (namens de aandeelhouders) aan de ondernemingsraad, waarin wordt gesproken over “Het besluit” en over een wachttijd van 30 dagen, en naar de voorafgaande correspondentie, waarin wordt gesproken over “het voorgenomen besluit”. Voorts stelt de ondernemingsraad dat de aandeelhouders geen enkel voorbehoud hebben gemaakt dat het besluit van 14 juli 2014 nog geen definitief besluit zou zijn.
letter of intenttussen RdGG en de aandeelhouders, de (concept) koopovereenkomst en de finale versies van de medische en facilitaire Service Level Agreements tussen MDCA en Ziekenhuis Amstelland en de Service Level Agreement tussen MDCA en Reinier MDC.
business casedie RdGG met het oog op het legitimeren van deze lastenverhoging heeft opgesteld is in de visie van MDCA zwak onderbouwd. Zij ziet niet hoe de voorgestelde synergievoordelen kunnen worden behaald, zij meent dat de in de
business casevoorgestelde inkoopvoordelen niet kunnen worden gerealiseerd, evenmin als de voorgestelde vermindering van administratie- en beheerskosten. Daarnaast meent zij dat de in de
business casevoorgestelde extra productie van MDCA niet realistisch is. Zij vindt het, samenvattend, onjuist en niet in het belang van de vennootschap dat de vennootschap de koopprijs betaalt in plaats van de koper en dat de vennootschap het risico van de koopprijs draagt.
corporate governancestructuur, die zich kenmerkt door een structurele verstrengeling van belangen omdat de aandeelhouders tevens zijn vertegenwoordigd in de RvC terwijl zij daarnaast indirecte belangen als leverancier of klant bij het MDCA hebben, kan hieraan hebben bijgedragen. Een dergelijke financieringsstructuur – hoewel niet op zichzelf en zonder meer onaanvaardbaar – houdt naar haar aard financiële risico’s in voor de overgenomen onderneming. De ondernemingsraad heeft in dit verband gemotiveerd gesteld dat geen voldoende garanties zijn gegeven dat de nadelen van de tariefskorting worden gecompenseerd door aan de overname verbonden synergievoordelen. MDCA zelf meent dat de wijze van financiering van de verkoop niet in het belang is van zijn onderneming omdat deze een groot ondernemersrisico behelst en de door de aandeelhouders voorgestane extra productie naar de mening van MDCA niet realistisch is. Daarmee is tevens zeer onzeker, zoals de ondernemingsraad eveneens heeft gesteld, of de zogenaamde synergievoordelen zoals die in het besluit van 14 juli 2014 worden gepresenteerd, kunnen worden gerealiseerd.
business case, die in de kern ongewijzigd is gebleven en die mede ten grondslag is gelegd aan (onder andere) het besluit van 14 juli 2014.
business casemet zoveel woorden blijkt dat MDCA vrijwel direct na de overname in een reorganisatie van RdGG terecht zal komen. Vast staat dat in het
“Protocol overgang personeel van Klinisch Chemisch Laboratorium Ziekenhuis Amstelland en Stichting Artsenlaboratorium voor Amstelland naar MDCA”, zoals dat in 2011 was overeengekomen, de verplichting is opgenomen om een sociaal plan voor MDCA op te stellen, en dat hieraan nog geen uitvoering is gegeven. De ondernemingsraad heeft op grond van dit protocol en de CAO Ziekenhuizen betoogd dat tot de overname niet kan worden overgegaan zonder een dergelijk sociaal plan. De aandeelhouders hebben dit betwist met de stelling dat de overdracht van de aandelen als zodanig geen sociale gevolgen heeft. De Ondernemingskamer is van oordeel dat het niet aangaat de overdracht van de aandelen als een geïsoleerde gebeurtenis aan te merken, nu uit de
business casevolgt dat aansluitend aan de overname een reorganisatie binnen de RdGG-groep zal plaatsvinden waarbij de activiteiten van MDCA zullen worden opgenomen in een commanditaire vennootschap en zij uiteindelijk als een lege vennootschap achterblijft. Daargelaten of uit voormeld protocol en/of voormelde cao de verplichting voortvloeide om in het kader van de overname met de vakbonden in overleg te gaan voor het opstellen van een sociaal plan, had het gelet op de voorgeschiedenis én hetgeen in de nabije toekomst te verwachten was, op de weg van MDCA c.s. gelegen om stappen te ondernemen – en daarbij RdGG te betrekken – om reeds in het kader van de beoogde overname duidelijkheid over de rechtspositie van het personeel te verschaffen, en konden zij niet volstaan met de verzekering dat RdGG bij eventuele organisatiewijzigingen na de overname alle rechten van het personeel zou respecteren. De Ondernemingskamer concludeert dan ook dat niet is voldaan aan het vereiste van artikel 25 lid 6 WOR, waarin de ondernemer wordt opgedragen een overzicht te verstrekken van de gevolgen die het besluit naar te verwachten valt voor de in de onderneming werkzame personen zal hebben en van de naar aanleiding daarvan voorgenomen maatregelen.
4.De beslissing
mr. G.C. Makkink, raadsheren, en G.A. Cremers en drs. J. van den Belt, raden, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Sterk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 17 december 2014.