Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grief 2betoogt [appellant] dat de kantonrechter ten onrechte de hoogte van de
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, waarin de kantonrechter de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning aan EKA Vastgoed heeft toegewezen. [appellant] huurt een woning van EKA Vastgoed en heeft een huurachterstand laten ontstaan na zijn faillissement. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurachterstand meer dan drie maanden besloeg, wat een tekortkoming van [appellant] vormde. In hoger beroep heeft [appellant] betoogd dat zijn financiële situatie is verbeterd en dat er een belangenafweging in zijn voordeel moet plaatsvinden. EKA Vastgoed heeft echter bewijs van de huurachterstand overgelegd, waaruit blijkt dat deze is opgelopen tot € 6.870,-. Het hof heeft overwogen dat de financiële situatie van [appellant] niet is hersteld en dat de belangen van EKA Vastgoed zwaarder wegen dan de persoonlijke omstandigheden van [appellant]. Het hof heeft de grieven van [appellant] verworpen en het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd, met inachtneming van een ontruimingstermijn die niet eerder kan aflopen dan op 27 januari 2015. [appellant] is veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.