ECLI:NL:GHAMS:2014:5350
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.C.W. Rang
- J. Blokland
- C.P. Boodt
- Rechtspraak.nl
Tuchtrechtelijke klacht tegen notaris inzake afwikkeling nalatenschap
In deze zaak heeft klaagster een tuchtrechtelijke klacht ingediend tegen de notaris die belast was met de afwikkeling van de nalatenschap van haar overleden moeder. Klaagster verwijt de notaris dat hij op verschillende punten niet correct heeft gehandeld bij de afwikkeling van de nalatenschap, wat resulteerde in een klacht die uit acht onderdelen bestond. De kamer voor het notariaat heeft klaagster op vier onderdelen (deels) niet-ontvankelijk verklaard en de klacht op acht onderdelen (deels) ongegrond verklaard. Het Gerechtshof Amsterdam heeft de beslissing van de kamer bevestigd.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de moeder van klaagster overleed op 6 januari 2010, waarna de notaris de afwikkeling van de nalatenschap op zich nam. Klaagster en haar zussen waren erfgenamen, maar klaagster was het niet eens met de voorgestelde verdeling van de nalatenschap. De notaris heeft meerdere keren rekening en verantwoording afgelegd, maar klaagster heeft in een brief van 25 september 2013 aangegeven niet akkoord te gaan met de voorgestelde verdeling. De notaris heeft daarop een alternatief voorstel gedaan, maar klaagster bleef ontevreden.
Tijdens de behandeling van de zaak in hoger beroep op 2 oktober 2014 heeft klaagster haar standpunten toegelicht, maar het hof heeft geoordeeld dat de notaris niet onpartijdig heeft gehandeld en dat de klachten van klaagster niet gegrond zijn. Het hof heeft vastgesteld dat de notaris zijn rol als boedelnotaris naar behoren heeft vervuld en dat de inbreng van schenkingen correct is toegepast. Klaagster werd in haar nieuwe klacht niet-ontvankelijk verklaard, en het hof heeft de eerdere beslissing van de kamer bevestigd.