ECLI:NL:GHAMS:2014:5324

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 oktober 2014
Publicatiedatum
16 december 2014
Zaaknummer
23-000228-14
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep wegens gebrek aan bewijs voor medeplegen van inbraak

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 9 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 9 januari 2014. De verdachte was beschuldigd van het medeplegen van een inbraak in een woning in Amstelveen op 1 oktober 2013. De tenlastelegging omvatte verschillende handelingen die de verdachte zou hebben verricht in het kader van deze inbraak, waaronder het betreden van de woning en het manipuleren van het slot van de balkondeur. Tijdens de zitting in hoger beroep op 25 september 2014 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het vonnis van de rechtbank zou worden bevestigd, terwijl de raadsman van de verdachte betoogde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de inbraak.

Het hof heeft de verklaringen van de medeverdachten en getuigen in overweging genomen. De medeverdachten verklaarden dat de verdachte niet op de hoogte was van hun voornemen tot inbraak, wat de verdediging van de verdachte versterkte. Het hof concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachten, en dat de enkele aanwezigheid van de verdachte niet voldoende was om hem als medepleger aan te merken. Gezien deze overwegingen heeft het hof besloten de verdachte vrij te spreken van de tenlastegelegde feiten.

Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan door te verklaren dat niet bewezen is dat de verdachte het hem ten laste gelegde heeft begaan. Tevens is gelast dat de in beslag genomen voorwerpen bewaard blijven ten behoeve van de rechthebbende. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof, waarbij mr. Kuiper niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

parketnummer: 23-000228-14
datum uitspraak: 9 oktober 2014
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 9 januari 2014 in de strafzaak onder parketnummer 13-669148-13 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 25 september 2014 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 1 oktober 2013 in de gemeente Amstelveen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan de [adres 2] weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en / of die / dat weg te nemen goederen en/of geld onder zijn / hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en / of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, - naar voornoemde woning is/zijn gegaan en/of op de uitkijk heeft/hebben gestaan en/of
- op de erker van die woning is/zijn geklommen en/of (vervolgens) het balkon van die woning heeft/hebben betreden en/of
- ( op enig moment) handschoenen heeft/hebben aangetrokken en/of (vervolgens) aan het slot van de balkondeur(en) heeft/hebben gerommeld en/of
- met een voorwerp een schroef, in ieder geval een dergelijk voorwerp, in het slot van die balkondeur heeft/hebben gedraaid/gestoken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen. Ten aanzien van de voorwerpen waar door de rechtbank niet op is beslist, vordert de advocaat-generaal dat deze zullen worden onttrokken aan het verkeer.

Overwegingen ten aanzien van het bewijs

De verdachte en zijn raadsman hebben ter terechtzitting in hoger beroep het verweer gevoerd dat de verdachte niet als medepleger kan worden aangemerkt nu uit het dossier niet kan worden afgeleid dat de verdachte opzet had op het medeplegen van een poging tot inbraak. De raadsman heeft bepleit dat de enkele aanwezigheid van de verdachte hiertoe onvoldoende is. Gelet op het voorgaande dient de verdachte van het hem ten laste gelegde te worden vrijgesproken, aldus de raadsman.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Naar het oordeel van het hof biedt het dossier onvoldoende aanknopingspunten om bewezen te verklaren dat tussen de verdachte en zijn medeverdachten een nauwe en bewuste samenwerking heeft bestaan, die was gericht op het medeplegen van een inbraak. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat de beide medeverdachten – [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] – als getuigen ter terechtzitting in eerste aanleg hebben verklaard dat de verdachte niet op de hoogte was van hun voornemen tot inbraak, zodat naar de kern genomen de verklaring van de getuige [getuige] het oordeel zou moeten dragen omtrent de aard en omvang van de betrokkenheid van de verdachte bij de poging tot inbraak van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]. Hoewel de verklaring van [getuige] aanwijzingen biedt voor de betrokkenheid van de verdachte, zijn deze naar het oordeel van het hof niet zodanig dat het tenlastegelegde kan worden bewezenverklaard.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
4615387 1 Tang
4615386 gereedschap
4615383 1 stuk cylinderslot
4615382 2 schroeven
4615381 3 torken
4615380 schroevendraaier
4615379 schroevendraaier
4615378 electr. schroevendraaier
4615430 plastic tas
4615427 heuptas
4615389 gereedschap
4615044 verm. kerntrekker
4617050 plastic zak
4618754 1p handschoenen zwart
4618765 1p handschoenen grijs
4618778 2 torx schroevendraaiers
4618782 1 set torx bits
4618787 1 combinatie mes
4618788 verm. kerntrekker
4618 798 pvc pijp
4618814 1p (de)montage set
4618818 1 opvulring
4618822 schroefoog en moertjes
4619039 2 schroeven.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. E. de Greeve, mr. N.A. Schimmel en mr. R. Kuiper, in tegenwoordigheid van mr. M.C. Lieberwirth, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 9 oktober 2014.
Mr. Kuiper is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
[...]