ECLI:NL:GHAMS:2014:5288

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
10 december 2014
Publicatiedatum
16 december 2014
Zaaknummer
23-004507-13
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis rechtbank Amsterdam inzake bezit van traangas en pepperspray

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 10 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 24 september 2013. De verdachte, geboren in Marokko in 1979, was beschuldigd van het voorhanden hebben van een bus traangas en een bus pepperspray op 16 april 2012 te Amsterdam. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 26 november 2014 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de raadsman.

De tenlastelegging betrof het bezit van voorwerpen die bestemd zijn voor het treffen van personen met verstikkende en weerloosmakende stoffen, wat onder de Wet Wapens en Munitie valt. De verdediging voerde aan dat niet was komen vast te staan dat de aangetroffen busjes daadwerkelijk gevuld waren met de genoemde stoffen. Het hof verwierp dit verweer en oordeelde dat de aangetroffen busjes, die bij een doorzoeking in de woning van de verdachte waren gevonden, gevuld waren met respectievelijk pepperspray en traangas. De bewijsconstructie van het hof verschilde van die van de rechtbank, maar het hof achtte de verdachte wettig en overtuigend bewezen schuldig aan het ten laste gelegde.

De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een geldboete van € 500, die bij gebreke van betaling vervangen zou worden door 10 dagen hechtenis. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal dezelfde straf geëist, maar dan in voorwaardelijke vorm. Het hof heeft echter besloten om de geldboete op te leggen zonder voorwaardelijke straf, rekening houdend met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan. Het hof heeft ook de aanwezigheid van jonge kinderen in de woning van de verdachte als een bijzonder risico beschouwd. Uiteindelijk heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 500 en 10 dagen hechtenis, met aftrek van het voorarrest.

Uitspraak

parketnummer: 23-004507-13
datum uitspraak: 10 december 2014
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 24 september 2013 in de strafzaak onder parketnummer 13-664232-12 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedag] 1979,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 26 november 2014 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd - voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen - dat:
1:
hij op of omstreeks 16 april 2012 te Amsterdam voorhanden heeft gehad een bus traangas (CS traangas KO) en/of pepperspray (pepperspray KO), zijnde een voorwerp dat bestemd is voor het treffen van personen met (een) verstikkende, weerloosmakende en/of traanverwekkende stof(fen), in elk geval een wapen in de zin van de Wet Wapens en Munitie van Categorie II, genoemd onder 6.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, kan niet in stand blijven, omdat het hof de voorkeur geeft aan een enigszins andere bewijsconstructie dan de door de rechter in eerste aanleg gebezigde.

Bewijsverweer

De raadsman heeft bepleit dat de verdachte wordt vrijgesproken van het tenlastegelegde en heeft daartoe aangevoerd dat niet is komen vast te staan dat de bij de doorzoeking aangetroffen busjes daadwerkelijk gevuld waren met traangas respectievelijk pepperspray.
Het hof verwerpt dit verweer. Bij de doorzoeking van de woning van de verdachte zijn op 16 april 2012 in respectievelijk op een kast van de (ouderlijke) slaapkamer twee busjes aangetroffen. Blijkens het proces-verbaal van [naam], taakaccenthouder (vuur)wapens, van 19 april 2012 waren op de etiketten van deze busjes respectievelijk de aanduidingen ‘Pfeffer, KO, pepper’ en ‘KO CS gas paralisant’ te lezen. Bij het schudden van de busjes door deze taakaccenthouder bleken deze met vloeistof te zijn gevuld. De taakaccenthouder heeft de busjes geclassificeerd als voorwerpen die bestemd zijn voor het treffen van personen met een giftige, verstikkende, traanverwekkende of weerloosmakende stof.
De stelling dat de busjes gevuld zouden kunnen zijn met andere stoffen dan traangas en pepperspray houdt slechts een blote suggestie in; de verdediging heeft ter onderbouwing geen enkel concreet aanknopingspunt aangereikt, terwijl in het voorliggende procesdossier hier evenmin grond voor is te vinden. De stelling is dus niet aannemelijk geworden.
Op grond van het voorgaande is voor het hof boven redelijke twijfel verheven, dat de aangetroffen busjes gevuld waren met respectievelijk pepperspray en traangas.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1:
hij op 16 april 2012 te Amsterdam voorhanden heeft gehad een bus traangas (CS traangas KO) en pepperspray (pepperspray KO), zijnde voorwerpen die bestemd zijn voor het treffen van personen met een verstikkende, weerloosmakende en/of traanverwekkende stof.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie,
meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het onder 1 ten laste gelegde feit veroordeeld tot een geldboete van € 500, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 10 dagen hechtenis met aftrek van het door de verdachte ondergane voorarrest.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 ten laste gelegde feit zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als in eerste aanleg, maar dan in geheel voorwaardelijke vorm.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon en de draagkracht van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft in zijn woning busjes pepperspray en traangas voorhanden gehad. Het ongecontroleerde bezit van wapens kan in zijn algemeenheid een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich meebrengen en een gevoel van onveiligheid in de samenleving veroorzaken. Daarenboven brengt het voorhanden zijn van wapens in een woning waar ook (zeer) jonge kinderen aanwezig zijn een bijzonder risico met zich. Hiervoor heeft de verdachte kennelijk geen oog gehad.
In het voordeel van de verdachte weegt dat blijkens een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 17 november 2014 de verdachte niet eerder strafrechtelijk onherroepelijk is veroordeeld.
Het hof acht, alles afwegende, een geldboete van na te melden hoogte passend en geboden. Anders de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat het tenlastegelegde feit niet dusdanig lang geleden heeft plaatsgevonden dat daarin aanleiding moet worden gevonden deze boete in voorwaardelijke vorm op te leggen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 23, 24, 24c en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 500 (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde geldboete in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van € 50 per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. van Woensel, mr. J.J.I. de Jong en mr. J.G.B. Pikkemaat, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Tilburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 10 december 2014.
De voorzitter is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]