ECLI:NL:GHAMS:2014:523
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- R.J.M. Smit
- M.A. Goslings
- D.J. van der Kwaak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vordering tot schorsing van tenuitvoerlegging van een vonnis in kort geding met betrekking tot een koopovereenkomst
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat [appellant] heeft ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam. Het vonnis, gewezen op 4 november 2013, betrof een kort geding waarin [geïntimeerde] als eiser optrad en [appellant] als gedaagde. [Appellant] heeft op 28 november 2013 hoger beroep ingesteld en twaalf grieven aangevoerd. Tevens heeft hij een incidentele vordering ingesteld tot schorsing van de tenuitvoerlegging van het bestreden vonnis, totdat het hof in appel eindarrest heeft gewezen. [Appellant] stelde dat hij niet in staat was om aan het vonnis te voldoen en dat er een restitutierisico bestond, aangezien [geïntimeerde] in het buitenland woonachtig was.
Het hof heeft de incidentele vordering beoordeeld en vastgesteld dat schorsing van de tenuitvoerlegging alleen mogelijk is indien deze misbruik van executiebevoegdheid oplevert. Het hof concludeerde dat er geen sprake was van een juridische of feitelijke misslag in het bestreden vonnis. De argumenten van [appellant] dat de voorzieningenrechter onredelijk had geoordeeld, werden door het hof niet overtuigend geacht. Het hof oordeelde dat [geïntimeerde] een voldoende belang had bij de tenuitvoerlegging van het vonnis, ondanks de gestelde restitutierisico's van [appellant].
Desondanks heeft het hof de subsidiaire vordering van [appellant] tot zekerheidsstelling toegewezen. Het hof bepaalde dat [geïntimeerde] voldoende zekerheid moest stellen voor de bedragen die hij uit hoofde van de executie van het vonnis zou ontvangen. De beslissing over de proceskosten werd aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak. De zaak werd verwezen naar de rol voor het nemen van een memorie van antwoord door [geïntimeerde].