ECLI:NL:GHAMS:2014:5162
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.V.T. de Bie
- R.G. Kemmers
- J.C.E. Ackermans-Wijn
- Rechtspraak.nl
Benoeming van bewindvoerder en mentor in hoger beroep met betrekking tot de zorg voor betrokkene
In deze zaak gaat het om de benoeming van een bewindvoerder en mentor voor betrokkene, die in een verpleeghuis verblijft. Appellanten, [appellante sub 1] en [appellant sub 2], zijn in hoger beroep gekomen tegen een beschikking van de kantonrechter die de heer [A] als bewindvoerder en mevrouw [B] als mentor heeft benoemd. De appellanten betogen dat zij beter in staat zijn om deze rollen te vervullen, omdat zij regelmatig contact hebben met betrokkene en haar wensen kennen. De kantonrechter had echter geoordeeld dat de benoeming van een niet-familielid in het belang van betrokkene was, gezien de verdeeldheid binnen de familie over de zorg voor haar.
Tijdens de zitting in hoger beroep is naar voren gekomen dat betrokkene psychogeriatrische zorg nodig heeft, die niet in haar eigen huis kan worden geboden. De appellanten hebben de situatie van betrokkene onderschat en hebben geen ervaring met de benodigde zorg. Het hof heeft vastgesteld dat er gegronde redenen zijn om de voorkeur van betrokkene voor de benoeming van appellanten niet te volgen, en heeft de bestreden beschikking van de kantonrechter bekrachtigd. Het hof concludeert dat de benoeming van een onafhankelijke derde als bewindvoerder en mentor noodzakelijk is om de belangen van betrokkene te waarborgen.