In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, heeft verzoekster Susan Carol Redelaar een verzoek ingediend tot verhoging van het onderzoeksbudget en vaststelling van de vergoeding van de onderzoeker op basis van artikel 2:350 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek. De zaak betreft een eerder bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Sovereign Trust (Netherlands) B.V. (STN). De Ondernemingskamer had eerder al een onderzoek bevolen en een maximum bedrag van € 25.000 (exclusief BTW) vastgesteld voor de kosten van dit onderzoek.
De verzoeker heeft in een brief van 19 november 2014 verzocht om het onderzoeksbudget te verhogen naar € 31.370 (exclusief BTW) en om de vergoeding van de onderzoeker overeenkomstig dit bedrag vast te stellen. Aangezien er geen bezwaren zijn ingediend tegen dit verzoek en de Ondernemingskamer het verzoek niet onredelijk acht, heeft zij besloten het maximum bedrag voor het onderzoek te verhogen en de vergoeding van de onderzoeker vast te stellen op het gevraagde bedrag.
De beschikking is gegeven door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en verschillende raadsheren, en is op 2 december 2014 in het openbaar uitgesproken. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk effect heeft, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen deze beschikking kunnen worden aangewend.