ECLI:NL:GHAMS:2014:5095

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 november 2014
Publicatiedatum
2 december 2014
Zaaknummer
23-001451-14
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een strafzaak betreffende verboden wapenbezit en munitie

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 november 2014 uitspraak gedaan in een herzieningsprocedure na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden. De zaak betreft een verdachte die eerder door de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad was veroordeeld voor het voorhanden hebben van een gaspistool en munitie. De politierechter had op 15 juni 2009 een werkstraf van 80 uren opgelegd, subsidiair 40 dagen hechtenis, en de verdachte vrijgesproken van het voorhanden hebben van een revolver. In hoger beroep heeft het gerechtshof Arnhem, zitting houdende te Leeuwarden, op 22 maart 2011 het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld voor zowel het gaspistool als de revolver. De Hoge Raad heeft op 18 februari 2014 de aanvraag tot herziening van de verdachte gegrond verklaard voor het bewezenverklaarde voorhanden hebben van de revolver en de zaak naar het gerechtshof Amsterdam verwezen voor herziening.

Tijdens de zitting op 5 november 2014 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 19 maart 2008 in Lelystad een revolver van het merk Hopkins & Allen, model Ranger no. 2, voorhanden heeft gehad. Het hof heeft in zijn uitspraak geoordeeld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde voorhanden hebben van de revolver, maar heeft wel de geldboete van € 500,00 en 10 dagen hechtenis opgelegd voor het voorhanden hebben van het gaspistool en de munitie. De geldboete zal niet ten uitvoer worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en de eerdere veroordeling van het gerechtshof Arnhem vernietigd, waarbij het hof de omstandigheden van de verdachte in overweging heeft genomen.

Uitspraak

Parketnummer: 23-001451-14 (herziening)
Datum uitspraak: 19 november 2014
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen - na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 18 februari 2014, na een aanvrage tot herziening tegen een gewezen arrest van het gerechtshof Arnhem, zitting houdende te Leeuwarden, van 22 maart 2011 - in de strafzaak onder parketnummer 24-001548-09 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966,
adres: [adres].

Procesgang

De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft bij vonnis van 15 juni 2009, parketnummer 07/600925-08 de verdachte voor het voorhanden hebben van - kortgezegd - het in de tenlastelegging genoemde gaspistool (merk Kimar, Brescia modell Lady K. kaliber 8 mm) en munitie veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis.
De politierechter heeft de verdachte vrijgesproken van het voorhanden hebben van de in de tenlastelegging genoemde revolver (merk: Hopkins & Allen, model Ranger no. 2).
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Het gerechtshof te Arnhem, zitting houdende te Leeuwarden, heeft in hoger beroep bij arrest van 22 maart 2011 het vonnis vernietigd en opnieuw recht gedaan. Genoemd hof heeft de verdachte veroordeeld voor het voorhanden hebben van het in de tenlastelegging genoemde gaspistool, de munitie en tevens de revolver (merk: Hopkins & Allen, model Ranger no. 2).
De Hoge Raad der Nederlanden heeft bij arrest van 18 februari 2014 een door de verdachte ingediende aanvraag tot herziening van voormeld in kracht van gewijsde gegane arrest van het hof Arnhem gegrond verklaard, voor zover de aanvraag tot herziening betrekking heeft op het bewezenverklaarde voorhanden hebben van de revolver (merk: Hopkins & Allen, model Ranger no. 2), en de zaak naar het gerechtshof Amsterdam verwezen opdat de zaak op de voet van artikel 472, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) voor zover het ten laste gelegde voorhanden hebben van een revolver (merk Hopkins& Allen) betreft opnieuw zal worden berecht en afgedaan teneinde hetzij het gewijsde te handhaven, hetzij met vernietiging daarvan recht te doen en daarbij voor het bewezenverklaarde op de voet van artikel 476, vijfde lid, Sv de straf te bepalen.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van dit hof van 5 november 2014.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Bewezenverklaring

Door het gerechtshof te Arnhem, zitting houdende te Leeuwarden is voor zover thans aan de orde bewezenverklaard dat de verdachte:
op 19 maart 2008 in de gemeente Lelystad een wapen van categorie III, te weten een revolver (merk: Hopkins & Allen, model Ranger no. 2), voorhanden heeft gehad.

Vrijspraak

Met de advocaat-generaal en de verdediging is het hof van oordeel dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het hem ten laste gelegde voorhanden hebben van een revolver (merk: Hopkins & Allen, model Ranger no. 2).
Oplegging van straf ten aanzien van het bewezenverklaarde op de voet van artikel 476, vijfde lid, Sv.
De aanvraag tot herziening is door de Hoge Raad der Nederlanden gegrond verklaard voor zover zij betrekking heeft op het bewezenverklaarde voorhanden hebben van een revolver (merk: Hopkins & Allen, model Ranger no. 2)
Voor het overigens door het gerechtshof Arnhem, zitting houdende te Leeuwarden bewezenverklaarde dient het hof op grond van artikel 476, vijfde lid, Sv de straf te bepalen.
Het hof overweegt hierbij het volgende.
Bewezen is dat de verdachte op 19 maart 2008 in de gemeente Lelystad een wapen van categorie III, te weten een gaspistool (merk: Kimar, Brescia Italy, modell Lady K, kaliber 8 mm), en munitie van categorie II, te weten vijfenveertig blanke patronen (kaliber 8 mm), voorhanden heeft gehad.
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte voor het voorhanden hebben van voornoemd gaspistool en voornoemde munitie veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het voorhanden hebben van voornoemd gaspistool en voornoemde munitie wordt veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon en de draagkracht van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder in beschouwing genomen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verboden wapenbezit. Hoewel met het gaspistool geen kogels afgeschoten kunnen worden, is dit wapen wel geschikt voor afdreiging. Het ongecontroleerde bezit van een dergelijk wapen is dan ook zeer onwenselijk. Dat het hier een oud feit betreft, het onderzoek van de recherche niet afdoende is geweest en de verdachte in verband met deze zaak de nodige kosten heeft moeten maken, zoals door de raadsman is aangevoerd, is naar het oordeel van het hof onvoldoende grond om geen straf of maatregel op te leggen. Wel geven deze omstandigheden en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken ter terechtzitting in hoger beroep van 5 november 2014, aanleiding om te volstaan met een geheel voorwaardelijke geldboete.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op:
- de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24 en 24c van het Wetboek van Strafrecht en
- de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het arrest van het Gerechtshof Arnhem, zitting houdende te Leeuwarden van 22 maart 2011, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en doet in zoverre opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte een revolver (merk: Hopkins & Allen, model Ranger no. 2) voorhanden heeft gehad en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Ten aanzien van de strafoplegging voor het overigens door het gerechtshof Arnhem, zitting houdende te Leeuwarden bij arrest van 22 maart 2011 bewezenverklaarde:
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 500,00 (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de geldboete niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
1 (één) jaaraan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. N.A. Schimmel, mr. E. de Greeve en mr. F.M.D. Aardema, in tegenwoordigheid van mr. M. Goedhart, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 19 november 2014.
Mr. M. Goedhart is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
[..]