In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 20 november 2014, betreft het een verzoek van Susan Carol Redelaar, wonende te Zandvoort, tot verhoging van het onderzoeksbudget en vaststelling van de onderzoekskosten in een lopende ondernemingsrechtelijke procedure. De Ondernemingskamer had eerder, bij beschikkingen van 5 en 17 april 2013, een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Sovereign Trust (Netherlands) B.V. (STN). Dit onderzoek werd uitgevoerd door mr. H.M. de Mol van Otterloo, die op 19 november 2014 een verslag met bijlagen aan de Ondernemingskamer heeft overhandigd. In zijn verslag verzocht de onderzoeker om het onderzoeksbudget te verhogen van € 25.000 naar € 31.370, exclusief btw, en om zijn vergoeding overeenkomstig artikel 2:350 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek vast te stellen op dat bedrag.
De Ondernemingskamer heeft kennisgenomen van het onderzoeksverslag en de bijlagen, en heeft besloten dat het verslag ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden. Tevens heeft de Ondernemingskamer partijen in de gelegenheid gesteld om zich uiterlijk op 28 november 2014 schriftelijk uit te laten over het verzoek van de onderzoeker. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter mr. P. Ingelse, samen met raadsheren mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar en mr. G.C. Makkink, en raden E.R. Bunt en drs. P.R. Baart, in aanwezigheid van griffier mr. R. Verheggen.