ECLI:NL:GHAMS:2014:5067

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 november 2014
Publicatiedatum
1 december 2014
Zaaknummer
200.120.026/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verhoging onderzoeksbudget en vaststelling van onderzoekskosten in ondernemingsrechtelijke procedure

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 20 november 2014, betreft het een verzoek van Susan Carol Redelaar, wonende te Zandvoort, tot verhoging van het onderzoeksbudget en vaststelling van de onderzoekskosten in een lopende ondernemingsrechtelijke procedure. De Ondernemingskamer had eerder, bij beschikkingen van 5 en 17 april 2013, een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Sovereign Trust (Netherlands) B.V. (STN). Dit onderzoek werd uitgevoerd door mr. H.M. de Mol van Otterloo, die op 19 november 2014 een verslag met bijlagen aan de Ondernemingskamer heeft overhandigd. In zijn verslag verzocht de onderzoeker om het onderzoeksbudget te verhogen van € 25.000 naar € 31.370, exclusief btw, en om zijn vergoeding overeenkomstig artikel 2:350 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek vast te stellen op dat bedrag.

De Ondernemingskamer heeft kennisgenomen van het onderzoeksverslag en de bijlagen, en heeft besloten dat het verslag ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden. Tevens heeft de Ondernemingskamer partijen in de gelegenheid gesteld om zich uiterlijk op 28 november 2014 schriftelijk uit te laten over het verzoek van de onderzoeker. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter mr. P. Ingelse, samen met raadsheren mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar en mr. G.C. Makkink, en raden E.R. Bunt en drs. P.R. Baart, in aanwezigheid van griffier mr. R. Verheggen.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.120.026/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 20 november 2014
inzake
Susan Carol REDELAAR,
wonende te Zandvoort,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. M.J. Meermans-de Vries, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SOVEREIGN TRUST (NETHERLANDS) B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
e n t e g e n
1. de naamloze vennootschap naar Antilliaans recht
HYKSOS MANAGEMENT N.V.,
gevestigd te Curaçao,
BELANGHEBBENDE,
niet verschenen,
e n t e g e n

2 Howard Thomas Dixon BILTON,

wonende te Hong Kong,
3.
Diana DENTITH,
wonende te Isle of Man, Verenigd Koninkrijk,
4. de rechtspersoon naar het recht van het Verenigd Koninkrijk
THE SOVEREIGN GROUP,
gevestigd te Turks en Caicos eilanden, Verenigd Koninkrijk,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. R.G.J. de Haan,kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Het verloop van het geding

1.1
In het vervolg zal verzoekster worden aangeduid met Redelaar, verweerster met STN en belanghebbende sub 1 met Hyksos N.V.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 5 en 17 april 2013, en 15 mei 2014 in deze zaak.
1.3
Bij de beschikkingen van 5 en 17 april 2013 heeft de Ondernemingskamer - voor zover thans van belang - een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van STN, een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 25.000 (exclusief btw), alsmede bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding G.L. Sirks benoemd tot bestuurder van STN, bepaald dat alle aandelen van Hyksos N.V. in het kapitaal van STN minus één aandeel en alle aandelen van Redelaar in het kapitaal van STN minus één aandeel ten titel van beheer aan mr. T. de Waard zijn overgedragen, en een aantal bestuursbesluiten geschorst.
1.4
Bij de beschikking van 15 mei 2014 heeft de Ondernemingskamer mr. H.M. de Mol van Otterloo aangewezen als onderzoeker.
1.5
Het onderzoeksverslag (met bijlagen), gedateerd 18 november 2014, heeft de onderzoeker op 19 november 2014 aan de Ondernemingskamer doen toekomen.
1.6
In een brief van 19 november 2014 heeft de onderzoeker een overzicht van de door hem en zijn kantoorgenoten aan het onderzoek bestede uren gegeven en de Ondernemingskamer verzocht om – zo begrijpt de Ondernemingskamer – het onderzoeksbudget tot een bedrag van € 31.370 (exclusief btw) te verhogen en zijn vergoeding overeenkomstig artikel 2:350 lid 3 BW op dat bedrag te bepalen.
1.7
De griffier heeft het verslag met bijlagen heden ter griffie van de Ondernemingskamer neergelegd.

2.De gronden van de beslissing

2.1
De Ondernemingskamer heeft kennis genomen van het verslag met bijlagen van het onderzoek. Gelet op de inhoud daarvan en op de overigens in deze zaak betrokken belangen, acht de Ondernemingskamer termen aanwezig om op de voet van artikel 2:353 lid 2 BW te bepalen dat het verslag met bijlagen ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden.
2.2
Alvorens op het in 1.6 weergegeven verzoek te beslissen, zal de Ondernemingskamer partijen in de gelegenheid stellen zich over het verzoek van de onderzoeker uit te laten.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
bepaalt dat het verslag met bijlagen van het bij beschikking van 5 april 2013 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van STN ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden;
stelt partijen in de gelegenheid zich uiterlijk op vrijdag 28 november 2014 te 16:00 uur schriftelijk uit te laten over het in 1.6 weergegeven verzoek van de onderzoeker;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Ingelse, voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar en mr. G.C. Makkink, raadsheren, en E.R. Bunt en drs. P.R. Baart, raden, in tegenwoordigheid van
mr. R. Verheggen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 20 november 2014.