ECLI:NL:GHAMS:2014:4892
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- L.A.J. Dun
- S.F. Schütz
- R.Tj. Terpstra
- Rechtspraak.nl
Kennelijk onredelijk ontslag en informatieverstrekking aan UWV
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarin haar vorderingen tot schadevergoeding na kennelijk onredelijk ontslag zijn afgewezen. [appellante] was werkzaam als sportinstructrice en clubmanager bij [geïntimeerde], een sportschool die in financiële problemen verkeerde. Na een ontslagaanvraag bij het UWV, die werd goedgekeurd, heeft [geïntimeerde] de arbeidsovereenkomst met [appellante] opgezegd. In hoger beroep vorderde [appellante] dat het hof zou verklaren dat het ontslag kennelijk onredelijk was en dat [geïntimeerde] aansprakelijk was voor de schade die zij had geleden. Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals deze door de kantonrechter waren vastgesteld en deze als uitgangspunt genomen. Het hof oordeelde dat [geïntimeerde] niet onjuist had gehandeld door het UWV niet te informeren over vermeende vacatures, aangezien [appellante] niet voldoende had aangetoond dat er daadwerkelijk vacatures waren. Ook werd geoordeeld dat de financiële situatie van [geïntimeerde] op het moment van ontslag niet onjuist was weergegeven aan het UWV. Het hof concludeerde dat de grieven van [appellante] faalden en bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter, waarbij [appellante] werd veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.