Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
STICHTING INTERCONFESSIONEEL BEROEPSONDERWIJS EN VOLWASSENENEDUCATIE, REGIO UTRECHT(rechtsopvolgster onder bijzondere titel van de stichting Stichting Amarantis onderwijsgroep voor interconfes-sioneel onderwijs),
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen een vonnis van de kantonrechter te Amsterdam. Het vonnis, gewezen op 1 juli 2013, betrof een geschil tussen [appellant] en de stichting Stichting Amarantis onderwijsgroep voor interconfessioneel onderwijs (hierna: Amarantis). [appellant] heeft op 4 september 2013 hoger beroep ingesteld, waarbij hij de vernietiging van het vonnis heeft verzocht en de toewijzing van zijn vordering tot betaling van € 2.000,= aan proceskosten heeft geëist. Amarantis, die per 1 oktober 2013 is ontbonden, heeft in incidenteel appel haar vordering gewijzigd en verzocht om toewijzing van haar vordering, met veroordeling van [appellant] in de kosten van het geding.
Tijdens de zitting op 22 oktober 2014 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht aan de hand van pleitnotities. Het hof heeft vervolgens besloten om een comparitie van partijen te gelasten, met als doel een minnelijke regeling te bereiken. De stichting heeft echter laten weten geen behoefte te hebben aan een comparitie, terwijl [appellant] wel heeft verzocht om een comparitie. Het hof heeft gelet op de gemaakte afspraken tijdens de pleidooien en de relevante artikelen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering besloten om de comparitie te gelasten.
In de beslissing heeft het hof partijen opgedragen om te verschijnen voor mr. R.J.M. Smit, die als raadsheer-commissaris zal optreden. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol van 9 december 2014 voor het opgeven van verhinderdata. Het hof heeft verder bepaald dat partijen hun bescheiden uiterlijk twee weken voor de zitting aan het hof moeten toesturen, met afschriften aan de wederpartij. Iedere verdere beslissing is aangehouden.