Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Het is nu twee jaar later dat ik aangifte heb gedaan. Ik ben nog steeds bezig met de zaak tegen de telefoonzaken. Mijn advocaat wil in hoger beroep gaan. Ik ben vergeten te zeggen in mijn vorige aangifte dat ik in het mapje, welke kwijt is geraakt, ook een kaartje had zitten. Op dit kaartje heb ik mijn pincode van mijn pinpas geschreven”.”
3.Beoordeling
grief 1) en stelt dat op die datum (onder meer) zijn identiteitskaart is gestolen althans dat hij zijn identiteitskaart is kwijtgeraakt, en dat een derde daarvan misbruik moet hebben gemaakt door daarmee de overeenkomst op [appellant]’s naam af te sluiten. Dit betekent dat de handtekening van [appellant] op de overeenkomst is vervalst, aldus [appellant]. Gelet op dit verweer van [appellant] draagt Lindorff de bewijslast van de door haar gestelde overeenkomst.