Uitspraak
1.[appellant sub 1],
mr. F.T. Pardaante Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer,
[appellant sub 2],
mr. M.L.A. Balhuizente Utrecht,
mr. V.J.N. van Oijente Amsterdam,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
Verkoopovereenkomst [X 1], [woonplaats 2]” dat wordt verkocht “
het resultaat van het, beide partijen genoegzaam bekende, project [woonplaats 2] [X 1]” is daartoe onvoldoende, nu daaruit niet valt af te leiden wat onder dit “
resultaat” moet worden verstaan en de overeenkomst ook overigens geen enkele verwijzing naar de SOK bevat. Voor zover [geïntimeerde] betoogt dat sprake is van cessie, kan deze overeenkomst dus niet als een voor een geldige cessie vereiste akte in de zin van artikel 3:94 BW worden aangemerkt. Het hof komt dan ook niet toe aan de vraag of (van het bestaan) van die akte aan [appellanten] de wettelijk vereiste mededeling is gedaan, wat [appellanten] betwisten, laat staan of toezending van de leveringsaktes in 2008 aan (onder meer) [appellanten] als zo’n mededeling heeft te gelden.