3.1Het gaat in deze zaak om het volgende.
3.1.1Op 27 september 2009 is de Stichting Wij Bouwen Voor Morgen (hierna: de Stichting) opgericht. Bestuurders van de Stichting waren [X], [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2]. [X] was de voorzitter van de Stichting en verrichtte de administratie.
3.1.2Op 4 januari 2011 hebben de Rabobank en de Stichting een Rabo VerenigingsPakket Overeenkomst gesloten. De houder van de bankrekening is de Stichting. De WereldPas (hierna: de bankpas) was op naam gesteld van [geïntimeerde 1] met daarachter de vermelding “
Stichting Wij Bouwen”. Op de overeenkomst zijn onder meer de Algemene Bankvoorwaarden en de Algemene voorwaarden zakelijke bankpas en creditkaart van de Rabobank 2009 (Hierna: de Algemene voorwaarden zakelijke bankpas) van toepassing verklaard.
3.1.3Artikel 2 van de Algemene Bankvoorwaarden luidt, voor zover van belang, als volgt:
“
2 Zorgplicht bank en cliënt
1 De bank neemt bij haar dienstverlening de nodige zorgvuldigheid in acht en houdt daarbij naar beste vermogen rekening met de belangen van de cliënt. Geen van de bepalingen van deze Algemene Bankvoorwaarden of van de door de bank gebruikte bijzondere voorwaarden kan aan dit beginsel afbreuk doen.”
3.1.4Artikel 2 van de Algemene voorwaarden zakelijke bankpas luidt, voor zover van belang, als volgt:
“2 Algemene bepalingen
Tenaamstelling
1. De bank stelt de kaart op naam van de kaarthouder op een door de bank te bepalen wijzen.
(...)
Strikt persoonlijk karakter
4 De kaarthouder mag een ander geen gebruik laten maken van zijn kaart. De kaart en de bijbehorende pincode zijn strikt persoonlijk en niet overdraagbaar.”
3.1.5Artikel 6 van de Algemene voorwaarden zakelijke bankpas luidt, voor zover van belang, als volgt:
“6 Incidenten met de (chipknip op de) kaart of pincode
(...)
Verlies, diefstal, misbruik of vervalsing kaart
2 Indien de kaarthouder weet of vermoedt dat er sprake is of zal zijn van verlies, diefstal, misbruik of vervalsing van de kaart (…) :
- dient hij dit onverwijld te melden bij de bank of het door de bank aangegeven meldpunt (...) en dient hij de kaart onmiddellijk te laten blokkeren;
(...)
- en hij de kaart na de melding nog in zijn bezit heeft of weer in zijn bezit verkrijgt, mag de kaarthouder deze niet meer gebruiken en dient hij deze onmiddellijk (doormidden geknipt) aan de bank af te geven (...)
3 Na een melding van de kaarthouder als bedoeld in het voorgaande lid, dient de bank na kennisneming daarvan onmiddellijk geëigende maatregelen te nemen ter voorkoming van misbruik en dient de bank zo spoedig mogelijk een nieuwe kaart aan de kaarthouder ter beschikking te stellen. (...)”
3.1.6De Rabobank heeft met de Stichting op 29 april 2011 een rekening-courantovereenkomst met een kredietfaciliteit tot een bedrag van € 50.000,00 gesloten. Op deze overeenkomst zijn de Algemene Bankvoorwaarden en de Algemene voorwaarden voor bedrijfsfinancieringen van de Rabobank 2010 (de Algemene voorwaarden voor bedrijfsfinancieringen) van toepassing verklaard.
3.1.7Op 29 april 2011 hebben [X], [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] afzonderlijk zich hoofdelijk jegens de Rabobank als borg verbonden tot zekerheid voor de betaling van al hetgeen de Rabobank blijkens haar administratie van de Stichting te vorderen heeft of mocht hebben uit hoofde van - onder meer - verstrekte kredieten, met dien verstande dat het bedrag waarvoor zij (hoofdelijk) uit hoofde van deze borgstelling kunnen worden aangesproken nimmer meer bedraagt dan € 12.500,00. Op deze borgtochtovereenkomsten zijn de Algemene voorwaarden voor borgtocht van de Rabobank voor bedrijfsfinancieringen 2009 (Algemene voorwaarden borgtocht) en de Algemene Bankvoorwaarden van toepassing verklaard.
3.1.8Op 10 juni 2011 heeft [geïntimeerde 1] de - op zijn naam gestelde - bankpas bij de Rabobank als vermist opgegeven en het gebruik van de kaart laten blokkeren.
3.1.9Op 14 juni 2011 is de bankpas na een telefoongesprek tussen [X] en de Rabobank en een terugbelactie door de Rabobank gedeblokkeerd. Diezelfde dag heeft [X] een bedrag van € 35.000,00 geboekt naar een (zakelijke) rekening van hemzelf. Op 20 juni 2011 heeft [geïntimeerde 1] de bankpas van [X] ontvangen.
3.1.10Bij brief van 22 juni 2011 heeft de Stichting de Rabobank aansprakelijk gesteld voor de schade die zij heeft geleden en in de toekomst zal lijden. Volgens de Stichting heeft de Rabobank onzorgvuldig gehandeld en haar zorgplicht verzaakt bij de deblokkering van de bankpas.
3.1.11Bij brief van 30 september 2011 heeft de Rabobank de aan de Stichting verstrekte financiering met onmiddellijke ingang opgezegd en de Stichting gesommeerd binnen veertien dagen, doch uiterlijk 14 oktober 2011 een bedrag van € 48.497,74 te voldoen. De Stichting heeft dit bedrag niet betaald.
3.1.12Bij brieven van 18 oktober 2011 heeft de Rabobank [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] ieder afzonderlijk aangesproken als borg.
3.1.13Bij brieven van 2 november 2011 heeft de Rabobank [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] ieder afzonderlijk verzocht om binnen veertien dagen over te gaan tot betaling van het bedrag van € 12.500,00.
3.1.14Bij brief van 28 november 2011 hebben [geïntimeerden] geweigerd over te gaan tot betaling van de borg onder verwijzing naar de correspondentie van de Stichting met de Rabobank betreffende de aansprakelijkstelling.