Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
GEMEENTE AMSTERDAM,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van vreemdelingen zonder verblijfsvergunning, die in Amsterdam tijdelijk onderdak kregen via een pilot van de gemeente. De gemeente had hen ondergebracht in een voormalig huis van bewaring aan de Havenstraat, met een gebruiksovereenkomst die hen verplichtte om het pand uiterlijk op 31 mei 2014 te verlaten. Toen de appellanten deze verplichting negeerden, vorderde de gemeente hun ontruiming. De voorzieningenrechter oordeelde in eerste instantie dat de appellanten moesten ontruimen, maar de appellanten gingen in hoger beroep, stellende dat de gemeente hen alternatieve opvang had moeten bieden. Het hof oordeelde dat de appellanten onvoldoende procesbelang hadden bij vernietiging van het vonnis, omdat de Havenstraat na de ontruiming weer aan het Rijk was overgedragen en zij geen alternatieve opvang hadden gevorderd. Het hof verwierp het hoger beroep en veroordeelde de appellanten in de kosten van het geding.