Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
LTO NOORD VERZEKERINGEN LEVEN B.V.,
1.Het geding na verwijzing door de Hoge Raad
2.Feiten
3.Beoordeling
primairveroordeling van [appellant] tot betaling van € 122.520,60 met nevenvorderingen ter zake van verbeurde boetes wegens 54 inbreuken op het concurrentiebeding dat tussen haar (en haar rechtsvoorgangers) en [appellant] heeft bestaan.
Subsidiairheeft zij een verklaring voor recht gevorderd dat [appellant] schadeplichtig jegens haar is met veroordeling van [appellant] tot betaling van schadevergoeding, op te maken bij staat. [appellant] heeft in reconventie gevorderd (samengevat)
primairvoor recht te verklaren dat in de verhouding tussen partijen geen concurrentiebeding gold,
subsidiairgehele of gedeeltelijke vernietiging van dat beding,
meer subsidiairmatiging van dat beding en
uiterst subsidiairveroordeling van LTO Verzekeringen hem een vergoeding te betalen voor de duur van het beding. [appellant] heeft in reconventie voorts veroordeling van LTO Verzekeringen gevorderd tot betaling van
De heer A.J. [appellant] (…) is op 1 juli 1996 in dienst getreden van WLTO/Holag assurantie B.V. te Haarlem, de rechtsvoorganger van LTO Noord Verzekeringen B.V. (…).”
Inmiddels heeft [appellant] echter moeten constateren dat het onjuist is dat hij op