In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 10 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte is beschuldigd van mishandeling van zijn toenmalige zwangere ex-vriendin, de moeder van zijn jonge kind. De mishandeling vond plaats in de periode van 15 mei 2013 tot en met 13 juni 2013 te Uithoorn. De verdachte heeft de vrouw opzettelijk mishandeld door haar met kracht tegen het hoofd te slaan, wat resulteerde in letsel en pijn voor het slachtoffer. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte schuldig is aan de mishandeling, maar heeft de overige tenlastegelegde feiten niet bewezen verklaard.
De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal een vergelijkbare straf geëist, maar met een voorwaardelijk deel. Het hof heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd in overweging genomen, evenals het recidiverisico van de verdachte, dat als hoog werd ingeschat in een reclasseringsadvies. Het hof heeft besloten om de verdachte een taakstraf op te leggen van 120 uren, waarvan een deel voorwaardelijk is, om herhaling van geweld te voorkomen.
Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de verdachte heeft veroordeeld tot de taakstraf en het openbaar ministerie niet-ontvankelijk heeft verklaard in de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke veroordeling. Het arrest is uitgesproken in een openbare zitting, waarbij de rechters en de griffier aanwezig waren. De zaak benadrukt de ernst van huiselijk geweld en de impact daarvan op slachtoffers, vooral wanneer er sprake is van zwangerschap en jonge kinderen.