ECLI:NL:GHAMS:2014:4477

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 oktober 2014
Publicatiedatum
31 oktober 2014
Zaaknummer
23-000859-14
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake diefstal met braak door minderjarige verdachte

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1997, was beschuldigd van diefstal met braak, gepleegd op 19 december 2013 te Amsterdam. De tenlastelegging omvatte het wegnemen van goederen uit een personenauto, waaronder een Iphone oplader en een notitieboekje, door middel van braak. Tijdens de zittingen in hoger beroep op 19 juni, 2 september en 16 oktober 2014 heeft het hof de verklaringen van getuigen en de verdediging van de verdachte gehoord. De raadsvrouw betwistte de betrouwbaarheid van de getuige, die wisselend had verklaard, maar het hof oordeelde dat de eerdere verklaringen van de getuige consistent en betrouwbaar waren. Het hof kwam tot de conclusie dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan, maar sprak hem vrij van andere tenlastegelegde feiten.

De kinderrechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een werkstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen jeugddetentie. In hoger beroep eiste de advocaat-generaal een lagere werkstraf van 20 uren, subsidiair 10 dagen jeugddetentie. Het hof oordeelde dat de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte een werkstraf van 40 uren rechtvaardigden. Het hof benadrukte de impact van de auto-inbraak op de benadeelden en de gevoelens van onveiligheid die dergelijke feiten met zich meebrengen. De verdachte had geen eerdere strafrechtelijke veroordelingen, wat in zijn voordeel werd meegewogen. Het hof vernietigde het vonnis van de kinderrechter en legde de verdachte een werkstraf van 40 uren op, met de mogelijkheid van jeugddetentie indien deze niet naar behoren werd verricht.

Uitspraak

parketnummer: 23-000859-14
datum uitspraak: 30 oktober 2014
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Amsterdam van 20 februari 2014 in de strafzaak onder parketnummer 13-864383-13 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1997,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzittingen in hoger beroep van 19 juni 2014, 2 september 2014 en 16 oktober 2014, en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 19 december 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (personen)auto (merk Jaguar) met kenteken [kenteken] heeft weggenomen een Iphone oplader en/of een (zwart) notitieboekje en/of een doos(je) drop, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door braak op en/of verbreking van een ruit van voornoemde (personen)auto en/of inklimming in voornoemde (personen)auto;
en/of
hij op of omstreeks 19 december 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een (personen)auto (merk Jaguar) met kenteken [kenteken], in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door een steen en/of een hard voorwerp tegen voornoemde (personen)auto te gooien.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de kinderrechter.

Overweging ten aanzien van het bewijs

De raadsvrouw heeft ter terechtzitting in hoger beroep de betrouwbaarheid van de verklaringen van de getuige [getuige] betwist en heeft zich op het standpunt gesteld dat die niet kunnen worden gebruikt voor het bewijs. De getuige heeft wisselend verklaard en wilde zichzelf in bescherming nemen omdat hij zelf bij de diefstal betrokken was, aldus de raadsvrouw.
Het hof overweegt hiertoe dat de getuige op 20 december 2013, daags nadat het tenlastegelegde heeft plaatsgevonden, tweemaal als verdachte is gehoord en dat hij tijdens die verhoren uitgebreid en consistent heeft verklaard over het tenlastegelegde feit en de betrokkenheid daarbij van de verdachte. Het hof ziet geen redenen te twijfelen aan de betrouwbaarheid van deze verklaringen en gebruikt deze derhalve voor het bewijs. Dat [getuige] als getuige ter terechtzitting in hoger beroep van 2 september 2014 op ondergeschikte punten anders heeft verklaard dan in zijn eerdere verklaringen doet hieraan geen afbreuk. Het verweer van de raadsvrouw wordt verworpen.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 19 december 2013 te Amsterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een personenauto merk Jaguar met kenteken [kenteken] heeft weggenomen een zwart notitieboekje en een doosje drop, toebehorende aan [slachtoffer], waarbij verdachte de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door braak van een ruit van voornoemde personenauto.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
het bewezen verklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De kinderrechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor de cumulatief ten laste gelegde diefstal met braak en beschadiging veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen jeugddetentie.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte ter zake van eenvoudige diefstal zal worden veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 20 uren, subsidiair 10 dagen jeugddetentie.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een auto-inbraak, waarbij niet alleen diverse goederen uit de personenauto zijn weggenomen maar ook schade aan de auto is toegebracht doordat een raam is ingegooid. Dergelijke feiten brengen aanzienlijke schade en hinder met zich mee voor de benadeelden en zorgen daarnaast voor gevoelens van onveiligheid bij betrokkenen en degenen die er kennis van krijgen.
Blijkens een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 8 oktober 2014 is de verdachte niet eerder strafrechtelijk veroordeeld.
Het hof acht, alles afwegende, een werkstraf van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 77a, 77g, 77m, 77n en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
werkstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
20 (twintig) dagen jeugddetentie.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. D. Radder, mr. P.C. Kortenhorst en mr. A. Beijer, in tegenwoordigheid van
mr. F.A. Dudok van Heel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 30 oktober 2014.
mr. A. Beijer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen