ECLI:NL:GHAMS:2014:4437

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 oktober 2014
Publicatiedatum
30 oktober 2014
Zaaknummer
200.140.935-01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake verzoek om pleidooi door [X] Beheer B.V.

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek om pleidooi door [X] Beheer B.V. Het hof behandelt de kwestie van de afwijzing van dit verzoek, dat eerder was ingediend na de rolzittingen van 22 juli 2014. [X] Beheer B.V. had zich bij dagvaarding van 13 januari 2014 in hoger beroep gesteld tegen vonnissen van de rechtbank Haarlem van 3 juli 2013 en 27 november 2013. De rechtbank had in deze vonnissen [X] Beheer B.V. als eiseres en [geïntimeerde] als gedaagde aangemerkt. Na de indiening van diverse processtukken, waaronder memorie van grieven en memorie van antwoord, heeft [X] Beheer B.V. op 23 juli 2014 om pleidooi verzocht. Dit verzoek werd aanvankelijk ingewilligd, maar later afgewezen door het hof, omdat [X] Beheer B.V. te laat was met het indienen van het verzoek. Het hof heeft echter geoordeeld dat de afwijzing van het verzoek om pleidooi niet gerechtvaardigd was, omdat de gegronde redenen van de wederpartij ontbraken. Het hof benadrukt dat een verzoek om pleidooi slechts in uitzonderlijke gevallen mag worden afgewezen en dat de enkele te late indiening van het verzoek niet als een klemmende reden kan worden aangemerkt. Het hof heeft daarom besloten het verzoek van [X] Beheer B.V. alsnog toe te wijzen en de zaak te verwijzen naar de rol voor opgave van verhinderdata van partijen en hun advocaten. De verdere beslissing is aangehouden.

Uitspraak

arrest
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.140.935/01
zaak-/rolnummer rechtbank Haarlem : C/15/195909/HAZA 12-423
arrest van de meervoudige kamer van 28 oktober 2014
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[X] BEHEER B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
APPELLANTE,
advocaat:
mr. E.J. Binkte Amsterdam,
tegen:
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats] ,
GEÏNTIMEERDE,
advocaat:
mr. J. Menckete Amsterdam.

1.Het verloop van het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna [X] Beheer en [geïntimeerde] genoemd.
[X] Beheer is bij dagvaarding van 13 januari 2014 in hoger beroep gekomen van de vonnissen van de rechtbank Haarlem van 3 juli 2013 en 27 november 2013, gewezen tussen [X] Beheer als eiseres en [geïntimeerde] als gedaagde.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven, met producties;
- memorie van antwoord, met producties;
- akte aan de zijde van [X] Beheer, met producties;
- antwoordakte aan de zijde van [geïntimeerde] , met een productie.
Daarna heeft de zaak weer op de rol gestaan van 22 juli 2014 voor partijberaad. [X] Beheer heeft zich toen niet uitgelaten en [geïntimeerde] heeft arrest gevraagd. De zaak is daarop verwezen naar de rol van 5 augustus 2014 voor dagbepaling arrest. Bij brief van 23 juli 2014 heeft [X] Beheer alsnog om pleidooi verzocht. (De rolraadsheer van) het hof heeft dat verzoek ingewilligd. Bij brief van 24 juli 2014 heeft [geïntimeerde] tegen die beslissing bezwaar gemaakt op de grond dat [X] Beheer zonder valide reden te laat was met haar verzoek. In reactie op dit bezwaar is het verzoek van [X] Beheer om pleidooi alsnog afgewezen en is de zaak wederom verwezen naar de rol van 5 augustus 2014 voor dagbepaling arrest.
Het hof acht termen aanwezig om terug te komen op de laatste beslissing. Daarbij dient tot uitgangspunt dat een verzoek om een zaak te mogen bepleiten slechts in zeer uitzonderlijke gevallen mag worden afgewezen, en dat daartoe noodzakelijk is dat van de zijde van de wederpartij tegen toewijzing van het verzoek klemmende redenen worden aangevoerd, of dat toewijzing van het verzoek strijdig is met de eisen van een goede procesorde. [geïntimeerde] heeft echter geen klemmende redenen aangevoerd voor zijn bezwaar. Het enkele feit dat [X] Beheer ( in de vakantieperiode) één dag te laat was met haar verzoek in de zin van het rolreglement, geldt niet als een klemmende reden als zojuist bedoeld. Het is evenmin een omstandigheid die maakt dat toewijzing van het verzoek om pleidooi strijdig is met de eisen van een goede procesorde.
Het hof zal alsnog bewilligen in het verzoek en de zaak verwijzen naar de rol voor opgave verhinderdata van partijen en hun advocaten aan beide zijden in de periode november 2014 tot en met februari 2015.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

2.Beslissing

Het hof:
wijst toe het verzoek van [X] Beheer om pleidooi;
verwijst de zaak naar de rol van dinsdag 11 november 2014 voor opgave verhinderdata van partijen en hun advocaten aan beide zijden in de periode november 2014 tot en met februari 2015;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. A.S. Arnold, P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten en A. Bockwinkel en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 28 oktober 2014.