ECLI:NL:GHAMS:2014:4398

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 oktober 2014
Publicatiedatum
27 oktober 2014
Zaaknummer
200.148.409-01 NOT
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klacht tegen een notaris en de ontvankelijkheid van het hoger beroep

In deze zaak hebben klagers, bestaande uit klaagster sub 1 en klager sub 2, op 6 mei 2014 een beroepschrift ingediend bij het Gerechtshof Amsterdam tegen een eerdere beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden. Deze beslissing, genomen op 9 april 2014, verklaarde het verzet van klagers tegen een eerdere niet-ontvankelijk verklaring van 11 november 2013 ongegrond. De notaris, tegen wie de klacht was ingediend, heeft geen verweerschrift ingediend en is niet verschenen tijdens de behandeling van de zaak op 28 augustus 2014.

Het hof heeft de stukken van het geding bestudeerd en geconcludeerd dat de klagers niet ontvankelijk zijn in hun hoger beroep. Dit is gebaseerd op artikel 99 lid 13 van de Wet op het notarisambt, dat bepaalt dat er geen rechtsmiddel openstaat tegen een beslissing van de kamer tot ongegrondverklaring van het verzet. Klagers hebben geen feiten of omstandigheden aangevoerd die zouden rechtvaardigen dat het hof deze uitsluiting van hoger beroep zou negeren. Het enkele feit dat klagers de beslissing inhoudelijk onjuist achten, is niet voldoende om hen in hun hoger beroep te ontvangen.

De beslissing van het hof, waarin klagers niet-ontvankelijk zijn verklaard in hun hoger beroep, is op 21 oktober 2014 openbaar uitgesproken door de rolraadsheer. De uitspraak benadrukt de strikte regels omtrent de ontvankelijkheid in hoger beroep binnen het notariaat en de noodzaak voor klagers om zich aan deze regels te houden.

Uitspraak

beslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.148.409/01 NOT
nummer eerste aanleg : AL/2013/152
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 28 augustus 2014 en uitgesproken op 21 oktober 2014
inzake
1. [klaagster],
wonend te [plaatsnaam],
2. [klager],
wonend te [plaatsnaam],
appellanten,
tegen
[notaris],
notaris te [plaatsnaam],
geïntimeerde.

1.Het geding in hoger beroep

1.1.
Appellanten (hierna: respectievelijk klaagster sub 1 en klager sub 2 en tezamen klagers) hebben op 6 mei 2014 een beroepschrift bij het hof ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden (hierna: de kamer) van 9 april 2014 (ECLI:NL:TNORARL:2014:15). Bij genoemde beslissing heeft de kamer het verzet van klagers tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de kamer van 11 november 2013 ongegrond verklaard.
1.2.
De notaris heeft geen gebruik gemaakt van de hem geboden mogelijkheid een verweerschrift in te dienen.
1.3.
De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 28 augustus 2014. Klaagster sub 1 is verschenen en heeft het woord gevoerd. Klager sub 2 en de notaris zijn - zonder bericht van verhindering - niet verschenen.

2.De stukken van het geding

Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie en de hiervoor vermelde stukken.

3.Ontvankelijkheid

3.1.
Klagers hebben bij e-mail met bijlagen van 9 oktober 2013 bij de kamer een klacht ingediend tegen de notaris. De plaatsvervangend voorzitter van de kamer heeft bij beslissing van 11 november 2013 klagers kennelijk niet-ontvankelijk verklaard in hun klacht. Tegen die beslissing hebben klagers tijdig verzet ingesteld bij de kamer. Na onderzoek van de klacht heeft de kamer bij beslissing van 9 april 2014 het verzet ongegrond verklaard.
3.2.
Artikel 99 lid 13 Wna bepaalt dat geen rechtsmiddel openstaat tegen een beslissing van de kamer tot ongegrondverklaring van het verzet. Feiten of omstandigheden die meebrengen dat het hof aan deze uitsluiting van hoger beroep voorbij zou moeten gaan, zijn gesteld noch gebleken. Het enkele feit dat klagers de bestreden beslissing inhoudelijk pertinent onjuist achten, zoals klaagster sub 1 ter zitting naar voren heeft gebracht, is daartoe niet voldoende. Dat brengt mee dat klagers in hun hoger beroep niet kunnen worden ontvangen.
3.3.
Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht, kan onbesproken blijven omdat het niet kan leiden tot een andere beslissing.

4.De beslissing

Het hof verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun hoger beroep.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.L.G.A. Stille, mr. J.C.W. Rang en mr. P. Blokland op 28 augustus 2014 en in het openbaar uitgesproken op 21 oktober 2014 door de rolraadsheer.