ECLI:NL:GHAMS:2014:4398
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.L.G.A. Stille
- J.C.W. Rang
- P. Blokland
- Rechtspraak.nl
Klacht tegen een notaris en de ontvankelijkheid van het hoger beroep
In deze zaak hebben klagers, bestaande uit klaagster sub 1 en klager sub 2, op 6 mei 2014 een beroepschrift ingediend bij het Gerechtshof Amsterdam tegen een eerdere beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden. Deze beslissing, genomen op 9 april 2014, verklaarde het verzet van klagers tegen een eerdere niet-ontvankelijk verklaring van 11 november 2013 ongegrond. De notaris, tegen wie de klacht was ingediend, heeft geen verweerschrift ingediend en is niet verschenen tijdens de behandeling van de zaak op 28 augustus 2014.
Het hof heeft de stukken van het geding bestudeerd en geconcludeerd dat de klagers niet ontvankelijk zijn in hun hoger beroep. Dit is gebaseerd op artikel 99 lid 13 van de Wet op het notarisambt, dat bepaalt dat er geen rechtsmiddel openstaat tegen een beslissing van de kamer tot ongegrondverklaring van het verzet. Klagers hebben geen feiten of omstandigheden aangevoerd die zouden rechtvaardigen dat het hof deze uitsluiting van hoger beroep zou negeren. Het enkele feit dat klagers de beslissing inhoudelijk onjuist achten, is niet voldoende om hen in hun hoger beroep te ontvangen.
De beslissing van het hof, waarin klagers niet-ontvankelijk zijn verklaard in hun hoger beroep, is op 21 oktober 2014 openbaar uitgesproken door de rolraadsheer. De uitspraak benadrukt de strikte regels omtrent de ontvankelijkheid in hoger beroep binnen het notariaat en de noodzaak voor klagers om zich aan deze regels te houden.