ECLI:NL:GHAMS:2014:4394

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
27 oktober 2014
Publicatiedatum
27 oktober 2014
Zaaknummer
200.132.730/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beeindiging onderzoek en opheffing onmiddellijke voorziening in de zaak V & M MANAGEMENT CONSULTING BEMMEL B.V.

In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 27 oktober 2014, wordt de beëindiging van een eerder bevolen onderzoek en onmiddellijke voorziening behandeld. De zaak betreft de besloten vennootschap V & M MANAGEMENT CONSULTING BEMMEL B.V., die als verzoekster optreedt tegen een andere besloten vennootschap, aangeduid als [verweerster], en twee belanghebbenden. De Ondernemingskamer had eerder op 21 november 2013 een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van [verweerster], waarbij mr. A.L. Leuftink als onderzoeker was benoemd en mr. H.C. den Hollander als commissaris.

Op 21 oktober 2014 hebben de advocaten van de betrokken partijen, mr. T.J. Teggelaar voor V&M en mr. W.A.J. Hagen voor [verweerster] en [Belanghebbenden], de Ondernemingskamer geïnformeerd dat er een minnelijke regeling was getroffen. Ze verzochten om beëindiging van het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorziening. De Ondernemingskamer heeft vervolgens op 22 oktober 2014 bevestiging ontvangen van mr. Den Hollander dat hij instemde met de beëindiging en dat zijn kosten, evenals die van Leuftink, waren vergoed.

De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er geen belangen zijn die zich tegen de beëindiging verzetten. Daarom heeft zij besloten het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorziening met ingang van 27 oktober 2014 te beëindigen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak is gedaan door een collegiaal orgaan, bestaande uit de voorzitter en drie raadsheren, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer : 200.132.730/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 27 oktober 2014
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
V & M MANAGEMENT CONSULTING BEMMEL B.V.,
gevestigd te Bemmel, gemeente Lingewaard,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. T.J. Teggelaar, kantoorhoudende te Nijmegen,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verweerster],
gevestigd te [...],
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. W.A.J. Hagen, kantoorhoudende te Arnhem,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[Belanghebbende sub 1],
gevestigd te [...],
2.
[Belanghebbende sub 2],
wonende te [...],
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. W.A.J. Hagen, kantoorhoudende te Arnhem.

1.Het verloop van het geding

1.1
Partijen worden hierna als volgt aangeduid:
verzoekster als V&M;
verweerster als [verweerster];
belanghebbende sub 1 en 2 gezamenlijk als [Belanghebbenden].
1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 21 november 2013 en 27 november 2013 in deze zaak.
1.2
Bij die beschikkingen heeft de Ondernemingskamer - voor zover hier van belang - een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van [verweerster] , mr. A.L. Leuftink (hierna: Leuftink) benoemd als onderzoeker, alsmede bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding en voor zover nodig in afwijking van de statuten mr. H.C. den Hollander (hierna: Den Hollander) benoemd tot commissaris van [verweerster].
1.3
Bij brieven van 21 oktober 2014 hebben mr. Teitler, kantoorgenoot van mr. Teggelaar, namens V&M en mr. Hagen namens [verweerster] en [Belanghebbenden] de Ondernemingskamer bericht dat partijen een minnelijke regeling hebben getroffen en verzocht om het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorziening in deze zaak te beëindigen.
1.4
Bij e-mail van 22 oktober 2014 heeft Den Hollander de Ondernemingskamer bericht in te kunnen stemmen met de gevraagde beëindiging. Tevens heeft hij hierbij aangegeven dat zowel zijn kosten als die van Leuftink zijn vergoed. Bij e-mail van 23 oktober 2014 heeft Leuftink desgevraagd bevestigd dat zijn kosten zijn voldaan.

2.De gronden van de beslissing

Nu partijen een minnelijke regeling hebben getroffen op grond waarvan alle bij deze procedure betrokken partijen om beëindiging hebben verzocht, en de Ondernemingskamer voorts niet is gebleken van enig belang dat zich tegen beëindiging verzet, zal de Ondernemingskamer het bij de beschikking van 21 november 2013 bevolen onderzoek en de bij die beschikking getroffen onmiddellijke voorziening met ingang van heden beëindigen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beëindigt met ingang van heden het bij haar beschikking van 21 november 2013 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van [verweerster];
beëindigt met ingang van heden de bij haar beschikking van 21 november 2013 getroffen onmiddellijke voorziening;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Ingelse, voorzitter, mr. G.C. Makkink en mr. M.B. Werkhoven, raadsheren, en drs. P.R. Baart en mr. drs. B.M. Prins RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. H.H.J. Zevenhuijzen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 27 oktober 2014.