ECLI:NL:GHAMS:2014:4374
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A. van Haeringen
- M.M.A. Gerritzen - Gunst
- I.M. Dölle
- Rechtspraak.nl
Benoeming bijzondere curator en plaatsing in kader machtiging uithuisplaatsing
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de grootmoeder van de minderjarige [minderjarige] tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige is verlengd en het verzoek tot benoeming van een bijzondere curator is afgewezen. De grootmoeder heeft op 17 mei 2014 hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van 17 februari 2014. De zaak is behandeld op 7 juli 2014, waarbij de grootmoeder werd bijgestaan door haar advocaat, en vertegenwoordigers van Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Holland en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren. De moeder van de minderjarige heeft zich niet laten zien op de zitting.
De minderjarige [minderjarige] heeft vanaf zijn geboorte bij de grootmoeder gewoond, maar is sinds november 2013 onder toezicht gesteld van BJZ en geplaatst in een pleeggezin. De grootmoeder verzoekt om terugplaatsing van de minderjarige bij haar en om benoeming van een bijzondere curator, terwijl BJZ de bestreden beschikking wil bekrachtigen. Het hof oordeelt dat er geen gronden zijn voor de benoeming van een bijzondere curator, omdat er geen strijd is tussen de belangen van de minderjarige en die van de moeder.
Wat betreft de uithuisplaatsing stelt het hof vast dat de grootmoeder onvoldoende heeft aangetoond dat de minderjarige veilig bij haar kan wonen. Er zijn zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige, die mogelijk seksueel misbruik heeft ervaren. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat de moeder niet in staat is om voor de minderjarige te zorgen, en het hof sluit zich aan bij deze overwegingen. De grootmoeder's verzoek tot terugplaatsing van de minderjarige wordt afgewezen, en de beschikking van de rechtbank wordt bekrachtigd.