beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
VOORZITTER VAN DE ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.102.055/03 OK
beschikking van de voorzitter van de Ondernemingskamer van 19 februari 2014
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ENECO RETAIL B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
VERZOEKSTER,
advocaten:
mr. R.B. Gerretsen,kantoorhoudende te Rotterdam,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GROENE ENERGIE ADMINISTRATIE B.V.,
handelend onder de naam
Greenchoice,
gevestigd te Rotterdam,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. A.N. Stoopen
mr. C.J. Scholten, kantoorhoudende te Amsterdam,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ENERGIE CONCURRENT B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. M.M. Tuijtelen
mr. W. Buikstra, kantoorhoudende te Rotterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[X] B.V.,
gevestigd te [A],
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. P.J. van der Korst, kantoorhoudende te Amsterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[Y] B.V.,
gevestigd te [A],
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. K. Rutten, kantoorhoudende te Utrecht.
1. Het verloop van het geding
1.1 Partijen worden hierna aangeduid als Eneco, Greenchoice, Energie Concurrent, [X] en [Y] BV. Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 27 april 2012, 3 mei 2012, 27 juli 2012, 23 mei 2013, 21 juni 2013, 10 december 2013, 9 januari 2014 (alle met zaaknummer 200.102.055/01) en 18 oktober 2013 (met zaaknummer 200.102.055/02).
1.2 Bij de beschikkingen van 27 april en 3 mei 2012 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Greenchoice, mr. P. Cronheim benoemd tot onderzoeker en bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding Energie Concurrent geschorst als bestuurder van Greenchoice, drs. F. van Westen benoemd tot bestuurder van Greenchoice en de door Energie Concurrent gehouden aandelen in Greenchoice ten titel van beheer overgedragen aan ir. W.P.M. van der Schoot.
1.3 Bij de beschikking van 23 mei 2013 heeft de Ondernemingskamer onder meer de verzoeken van Energie Concurrent de onderzoeker te gebieden bepaalde opnames en verslagen van interviews in het kader van het onderzoek aan Energie Concurrent te verstrekken, en het onderzoek voor een bepaalde tijd op te schorten, afgewezen. Energie Concurrent heeft tegen die beschikking cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad heeft daarop thans nog geen uitspraak gedaan.
1.4 Bij de beschikking van 10 december 2013 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het op die dag ter griffie van de Ondernemingskamer neergelegde verslag van het onderzoek met de daarbij behorende bijlagen (hierna: het onderzoeksverslag) ter inzage ligt voor belanghebbenden.
1.5 Bij brief van 11 december 2013 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer een exemplaar van het onderzoeksverslag verzonden aan de advocaat-generaal bij Gerechtshof Amsterdam, alsmede aan (de advocaten van) Eneco, Greenchoice, Energie Concurrent en [X], en aan Van Westen en Van der Schoot voornoemd.
1.6 [X] en zeven andere - niet in deze procedure verschenen - personen (hierna gezamenlijk [X] c.s. te noemen) hebben bij op 10 januari 2014 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Energie Concurrent en bepaalde in dat verzoekschrift nader omschreven onmiddellijke voorzieningen te treffen (zaaknummer 200.140.053 OK).
1.7 Bij verzoekschrift (met productie), ingekomen ter griffie van de Ondernemingskamer op 13 januari 2014, heeft [X] de voorzitter van de Ondernemingskamer verzocht haar op de voet van artikel 2:353 lid 3 BW machtiging te verlenen uit het onderzoeksverslag mededeling te doen “
door daarvan in de door haar (en anderen) aanhangig gemaakte enquêteprocedure tegen Energie Concurrent B.V., tevens in eventuele cassatie, gebruik te maken voor zover [X] B.V. dat gebruik ter toelichting en/of (ondersteuning van) bewijs van haar stellingen in die procedure nodig heeft”.
1.8 Bij brief van 22 januari 2014 heeft mr. Gerretsen namens Eneco bericht geen bezwaar te hebben tegen voormeld verzoek. Energie Concurrent (bij brief van 22 januari 2014 van mr. Tuijtel) en [Y] BV (bij brief van 22 januari 2014 van mr. Rutten) hebben verweer gevoerd tegen dit verzoek. Van Greenchoice is in dit verband niet vernomen.