Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Het oordeel van de rechtbank
.Feiten of omstandigheden die de termijnoverschrijding verschoonbaar doen maken zijn evenwel gesteld noch gebleken.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 18 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontvankelijkheid van het beroepschrift van belanghebbende tegen een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2011. De inspecteur had op 26 oktober 2012 een aanslag opgelegd, waartegen belanghebbende bezwaar had gemaakt. De inspecteur handhaafde de aanslag bij uitspraak op bezwaar op 4 maart 2013. Belanghebbende heeft vervolgens op 17 april 2013 beroep ingesteld bij de rechtbank, maar deze verklaarde het beroep niet-ontvankelijk omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. Het beroepschrift was pas op 18 april 2013 door de rechtbank ontvangen, terwijl de termijn voor indiening op 15 april 2013 eindigde.
In hoger beroep heeft belanghebbende aangevoerd dat zij het beroepschrift tijdig op 11 april 2013 had ingediend. Het Hof heeft echter geoordeeld dat niet aannemelijk is geworden dat het beroepschrift vóór het einde van de beroepstermijn ter post is bezorgd. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk. Het Hof heeft geen termen gezien voor een kostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en belanghebbende kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.