ECLI:NL:GHAMS:2014:4219

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 oktober 2014
Publicatiedatum
15 oktober 2014
Zaaknummer
200.151.769/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking enquêteverzoek na minnelijke regeling en beëindiging onmiddellijke voorziening

In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, is op 13 oktober 2014 uitspraak gedaan in het geschil tussen de besloten vennootschap Jepenpo B.V. en Huursnel B.V. Jepenpo had een enquêteverzoek ingediend, maar heeft dit verzoek op 8 september 2014 ingetrokken na het treffen van een minnelijke regeling met Huursnel. De Ondernemingskamer had eerder, op 26 augustus 2014, een onmiddellijke voorziening getroffen door mr. A.L. Leuftink als commissaris te benoemen. De reden voor de intrekking van het enquêteverzoek was de totstandkoming van deze minnelijke regeling, die door beide partijen werd bevestigd in brieven van 2 oktober 2014. De Ondernemingskamer oordeelde dat, nu het enquêteverzoek was ingetrokken, er geen verdere behandeling of beslissing meer nodig was. Jepenpo werd niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot het bevelen van een onderzoek. Tevens werd de eerder getroffen onmiddellijke voorziening beëindigd, met ingang van de datum van de uitspraak, en verklaarde de Ondernemingskamer deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De uitspraak werd gedaan door een collegiaal orgaan, met mr. G.C. Makkink als de raadsheer die de beschikking in het openbaar uitsprak.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.151.769/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 13 oktober 2014
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JEPENPO B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. J.A.J. Werner, kantoorhoudende te Rotterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HUURSNEL B.V.,
gevestigd te Teteringen, gemeente Breda,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. J.M. de Heeren
mr. J.H. Zandbergen, beiden kantoorhoudende te Rotterdam,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te [..........]
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B],
gevestigd te [..........],
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. J.M. de Heeren
mr. J.H. Zandbergen,beiden kantoorhoudende te Rotterdam.

1.Het verloop van het geding

1.1
In het vervolg zal verzoekster Jepenpo worden genoemd. Verweerster zal worden aangeduid met Huursnel. Verweerster en belanghebbenden gezamenlijk zullen worden aangeduid met Huursnel c.s.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikking van 26 augustus 2014 in deze zaak. Bij die beschikking heeft de Ondernemingskamer bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding, mr. A.L. Leuftink te Leusden tot commissaris van Huursnel (hierna: de commissaris) benoemd. Voorts heeft zij bij die beschikking bepaald dat het verzoek voor zover het strekt tot het bevelen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Huursnel zal worden behandeld op een op eerste verzoek van een der partijen nader te bepalen openbare terechtzitting.
1.3
De commissaris heeft de Ondernemingskamer bij brief van 4 september 2014 bericht dat partijen een minnelijke regeling hebben getroffen die onder meer inhoudt dat het enquêteverzoek zal worden ingetrokken.
1.4
Op 8 september 2014 heeft Jepenpo haar enquêteverzoek ingetrokken.
1.5
Bij brief van 2 oktober 2014 heeft mr. Werner bevestigd dat de reden voor de intrekking van het enquêteverzoek door Jepenpo is gelegen in de tussen partijen tot stand gekomen minnelijke regeling.
1.6
Bij brief van 2 oktober 2014 heeft mr. Zandbergen namens Huursnel c.s. bevestigd dat partijen een minnelijke regeling hebben getroffen en dat de getroffen onmiddellijke voorziening kan worden beëindigd.

2.De gronden van de beslissing

Nu partijen een minnelijke regeling hebben getroffen en Jepenpo als gevolg daarvan haar enquêteverzoek heeft ingetrokken, behoeft dat verzoek geen behandeling en beslissing meer en dient Jepenpo in dat verzoek niet-ontvankelijk te worden verklaard. Het voorgaande brengt mee dat de bij voormelde beschikking van 26 augustus 2014 getroffen onmiddellijke voorziening moet worden beëindigd. Gelet hierop zal de Ondernemingskamer deze onmiddellijke voorziening met ingang van heden en uitvoerbaar bij voorraad beëindigen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
verklaart Jepenpo niet-ontvankelijk in haar verzoek tot het bevelen van een onderzoek;
beëindigt, met ingang van heden, de bij de beschikking van 26 augustus 2014 van de Ondernemingskamer getroffen onmiddellijke voorziening;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Ingelse, voorzitter, mr. A.C. Faber en mr. G.C. Makkink, raadsheren, en E.R. Bunt en H. de Munnik, raden, in tegenwoordigheid van mr. R. Verheggen, griffier, en op 13 oktober 2014 in het openbaar uitgesproken door mr. G.C. Makkink, raadsheer.