In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de naheffingsaanslagen parkeerbelasting die aan de belanghebbende waren opgelegd. De heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam had naheffingsaanslagen opgelegd aan de belanghebbende, die bezwaar had gemaakt tegen deze aanslagen. De rechtbank had het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna de belanghebbende in hoger beroep ging. Het Hof oordeelde dat de heffingsambtenaar ten onrechte een parkeervergunning had verstrekt op het kenteken van de oude auto van de belanghebbende, terwijl hij een nieuwe auto had. De belanghebbende had gebruik gemaakt van de spijtoptantenregeling, die hem het recht gaf om binnen twee jaar na het opzeggen van zijn parkeervergunning deze opnieuw te activeren. Het Hof stelde vast dat de belanghebbende de juiste gegevens had verstrekt bij zijn aanvraag voor de nieuwe parkeervergunning, maar dat Cition Parkeermanagement B.V. de vergunning ten onrechte op het oude kenteken had afgegeven. Hierdoor was de belanghebbende zonder geldige parkeervergunning geparkeerd, wat leidde tot de naheffingsaanslagen. Het Hof vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond, waardoor de naheffingsaanslagen werden vernietigd. Tevens werd de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende.