“Onderwerp: Reactie op verzoek om antwoord op vragen CGB inzake brief Mw. [appellante]
(…)
1. Wij hebben mevrouw E. [appellante] afgewezen voor de functie van tijdelijke Universitair Docent omdat haar onderzoeksprofiel minder aansluit bij het onderzoeksprofiel van de leerstoel dan dat van andere kandidaten. (…)
De commissie [hof: de selectiecommissie] is als volgt te werk gegaan:
In eerste instantie hebben de individuele leden van de commissie de sollicitanten geschaald op een schaal van 1 tot 3 op hun geschiktheid voor de functie. Hierbij speelden de volgende criteria (in willekeurige volgorde) een rol:
- didactische vaardigheden
- communicatieve vaardigheden (m.b.t. studenten en collega’s)
- bewezen onderzoeksprestaties
- verwachtingen met betrekking tot toekomstige onderzoeksprestaties
- referentiebrieven van vakcollega’s
- aansluiting van onderzoek op het onderzoek van de groep
- nadruk op zowel geschiedenis als methodologie in het onderzoek
- nieuwsgierigheid en een open geest voor ander onderzoek
Noch leeftijd, noch geslacht waren hierbij factoren van betekenis. (…)
Vervolgens heeft de commissie alleen gekeken naar die kandidaten die van ons alledrie (…) een 1 hadden gekregen. Dat waren vier kandidaten, waar mevrouw [appellante] niet tussen zat. (…)
De commissie kende (…) het werk van de kandidaten zeer goed en kon ook zonder aanvullend (en zeer duur) gesprek tot een oordeel komen. (…)
er waren vele kandidaten met een uitstekende staat van dienst op het gebied van onderwijs en dat was dus geen discriminerend criterium. Dat maakte het onderzoeksprofiel van de kandidaat des te belangrijker (…)
Maar met alle respect voor haar onderzoek, haar werk over Adam Smith heeft eenvoudigweg geen betrekking op de (…) onderzoeksbeschrijving van onze leerstoel. Zoals wij al hebben aangegeven viel mevrouw [appellante] al in de eerste ronde buiten onze verdere beschouwing. Zouden wij retrospectief aan moeten geven waarom dat zo was, dan ligt de reden in onze nadruk op de historische en methodologische studie van de hedendaagse economiebeoefening, een nadruk die in het historische werk van mevrouw [appellante] over Adam Smith evident afwezig is.
Rest ons nog op te merken dat mevrouw [appellante], in tegenstelling tot de door ons geselecteerde kandidaten, geen referentiebrieven van internationaal vooraanstaande vakgenoten hij haar sollicitatie had bijgesloten. (…)”