ECLI:NL:GHAMS:2014:4088

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 oktober 2014
Publicatiedatum
6 oktober 2014
Zaaknummer
200.138.819/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van het onderzoek en onmiddellijke voorzieningen in enquêteprocedure tussen DEDICATED MEDICAL TRANSPORT B.V. en CISO TRANSPORT B.V.

In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, hebben de besloten vennootschappen DEDICATED MEDICAL TRANSPORT B.V. (DMT) en INTERNATIONAL MEDICAL TRANSPORT B.V. (IMT) een verzoek ingediend tegen CISO TRANSPORT B.V. en CISO ONROEREND GOED B.V. De Ondernemingskamer heeft eerder een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van CISO, waarbij mr. M. Holtzer was benoemd als onderzoeker en mr. J.A. van der Have als bestuurder van CISO. In de maanden april en juli 2014 zijn er verschillende beschikkingen gegeven, waaronder onmiddellijke voorzieningen die de aandelen van CISO onder beheer stelden van mr. E. Hammerstein.

Op 29 september 2014 hebben de verzoeksters aan de Ondernemingskamer laten weten dat zij een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten, waarin zij overeenkwamen de enquêteprocedure te beëindigen. Zowel mr. Hammerstein als mr. Van der Have hebben geen bezwaar gemaakt tegen deze beëindiging. Mr. Schröder, de advocaat van de belanghebbende, heeft het verzoek tot beëindiging ook ondersteund.

De Ondernemingskamer heeft, gezien het ontbreken van bezwaar van andere partijen en het feit dat er geen belangen zijn die zich verzetten tegen de beëindiging, besloten het verzoek van DMT c.s. in te willigen. De Ondernemingskamer heeft de eerder bevolen onderzoeken en getroffen onmiddellijke voorzieningen met ingang van 3 oktober 2014 beëindigd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is gegeven door een samengesteld college van rechters en raden, met mr. R. Verheggen als griffier.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.138.819/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 3 oktober 2014
inzake
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DEDICATED MEDICAL TRANSPORT B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INTERNATIONAL MEDICAL TRANSPORT B.V.,
gevestigd te Alphen,
VERZOEKSTERS,
advocaat:
mr. D.S. Teitler,kantoorhoudende te Nijmegen,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CISO TRANSPORT B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CISO ONROEREND GOED B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. J. Schröder, kantoorhoudende te Nijmegen.

1.Het verloop van het geding

1.1
Verzoeksters gezamenlijk zullen hierna worden aangeduid met DMT c.s. en verweerster met CISO.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 10, 16 en 24 april 2014 (met nummer 200.138.819/01 OK), alsmede van 28 en 30 juli 2014 (met nummer 200.138.819/02 OK) in deze zaak.
1.3
Bij de beschikkingen van 10, 16 en 24 april 2014 heeft de Ondernemingskamer - voor zover thans van belang - een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van CISO over de periode vanaf 28 juni 2010, mr. M. Holtzer benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, alsmede bij wijze van onmiddellijke voorziening voor de duur van het geding mr. J.A. van der Have benoemd tot bestuurder van CISO.
1.4
Voorts heeft de Ondernemingskamer bij haar beschikkingen van 28 en 30 juli 2014 bij wijze van onmiddellijke voorziening, vooralsnog voor de duur van het geding, bepaald dat alle aandelen in CISO ten titel van beheer zijn overgedragen aan mr. E. Hammerstein.
1.5
Bij brief van 29 september 2014 heeft mr. Teitler de Ondernemingskamer laten weten dat partijen een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten, zij in dat kader zijn overeengekomen om de enquêteprocedure te beëindigen, en namens DMT c.s. verzocht het onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen te beëindigen.
1.6
Mr. Hammerstein, bij e-mail van 29 september 2014, en mr. Van der Have, bij e-mail van 2 oktober 2014, hebben de secretaris van de Ondernemingskamer bericht geen bezwaar te hebben tegen beëindiging van de enquêteprocedure.
1.7
Bij brief van 2 oktober 2014 heeft mr. Schröder de secretaris van de Ondernemingskamer laten weten het verzoek van mr. Teitler tot beëindiging te ondersteunen.

2.De gronden van de beslissing

Nu DMT c.s. hebben verzocht om het onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen te beëindigen, geen van de andere partijen daartegen bezwaar heeft en de Ondernemingskamer overigens niet is gebleken van enig belang dat zich verzet tegen de verzochte beëindiging, zal de Ondernemingskamer dat verzoek inwilligen. De Ondernemingskamer zal derhalve het bij beschikking van 10 april 2014 bevolen onderzoek en de bij de beschikkingen van 10 april 2014 en 28 juli 2014 getroffen onmiddellijke voorzieningen beëindigen, een en ander met ingang van heden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beëindigt met ingang van heden het bij beschikking van 10 april 2014 in deze zaak bevolen onderzoek;
beëindigt met ingang van heden de bij beschikking van 10 april 2014 en 28 juli 2014 getroffen onmiddellijke voorzieningen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Ingelse, voorzitter, mr. A.C. Faber en mr. G.C. Makkink, raadsheren, en G.A. Cremers en prof. dr. mr. F. van der Wel RA, raden, in tegenwoordigheid van
mr. R. Verheggen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 3 oktober 2014.