Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 19 april 2010 tot en met 11 augustus 2010, in de gemeente Amsterdam en/of in het arrondissement Alkmaar en/of (elders) in de provincie Noord-Holland, in ieder geval in/vanuit Nederland en/of Polen en/of Oekraïne, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 september 2009 tot en met 31 maart 2010 en/of de periode van 7 juli 2010 tot en met 21 september 2010, in elk geval in de periode van 1 september 2009 tot en met 21 september 2010, in het arrondissement Alkmaar en/of (elders) in de provincie Noord-Holland, in ieder geval in/vanuit Nederland en/of Polen en/of Oekraïne, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 15 juni 2010 tot en met 18 februari 2011, in elk geval in de periode van 15 juni 2010 tot en met 30 september 2010, in de gemeente Amsterdam en/of in het arrondissement Alkmaar en/of (elders) in de provincie Noord-Holland, in ieder geval in/vanuit Nederland en/of Polen en/of Oekraïne, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 19 april 2010 tot en met 31 december 2010, in de gemeente Amsterdam en/of in het arrondissement Alkmaar en/of (elders) in de provincie Noord-Holland, in ieder geval in/vanuit Nederland en/of Polen en/of Oekraïne, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 01 september 2009 tot en met 22 maart 2011, in elk geval in de periode van 01 september 2009 tot en met 31 december 2010, in de gemeente(n) Amsterdam en/of Heerhugowaard en/of Zijpe en/of (elders) in de provincie Noord-Holland en/of (elders) in Nederland en/of in Polen en/of in Oekraïne, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
hij op of omstreeks 22 maart 2011 in de gemeente Heerhugowaard opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een niet op zijn naam gesteld reisdocument, te weten een Pools paspoort (nummer [nummer]), ten name van [naam 1], welk gebruik hierin bestond dat verdachte zich ten overstaan van een opsporingsambtenaar, genaamd [naam 2], hoofdagent van de vreemdelingenpolitie, met dat paspoort heeft gelegitimeerd en/of dat paspoort aan hem overhandigd;
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak
Overwegingen vrijspraak feit 2
Overwegingen vrijspraak feit 5
in de tenlastegelegde periodedergelijke gedragingen heeft verricht.
Bewijsverweren
zwarten nergens blijkt uit dat zij waren verzekerd tegen bedrijfsongevallen of ziekte. Omdat deze personen hier niet konden werken onder opgave van hun werkelijke identiteit en nationaliteit, heeft de verdachte en/of medeverdachte hun (kopieën van) identiteitsdocumenten verstrekt van Poolse mannen, waarvan de aangevers de gegevens dienden door te geven aan de werkgever.
Maar U bent [verdachte]”
,op grond waarvan het dus niet nodig was dat de verdachte zich legitimeerde.
nietopzettelijk gebruik heeft gemaakt van een op naam van een andere persoon gesteld paspoort.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
niet bewezendat de verdachte het onder
2 en 5 ten lastegelegde heeft begaan en
spreekt de verdachte daarvan vrij.
bewezen dat de verdachte het onder 1, 3, 4 en 6ten laste gelegde heeft begaan.
€ 1.100 (duizend honderd euro) bestaande uit € 600 (zeshonderd euro) materiële schade en € 500 (vijfhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.100 (elfhonderd euro) bestaande uit € 600 (zeshonderd euro) materiële schade en € 500 (vijfhonderd euro) immateriële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
21 (eenentwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 2.500 (tweeduizend vijfhonderd euro) bestaande uit
€ 6.700 (zesduizend zevenhonderd euro) bestaande uit € 2.200 (tweeduizend tweehonderd euro) materiële schade en € 4.500 (vierduizend vijfhonderd euro) immateriële schadeaf.
€ 2.500 (tweeduizend vijfhonderd euro) bestaande uit € 2.000 (tweeduizend euro) materiële schade en € 500 (vijfhonderd euro) immateriële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
35 (vijfendertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 1.250 (duizend tweehonderdvijftig euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.250 (duizend tweehonderdvijftig euro) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
22 (tweeëntwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.